‘Pas op voor
zakkenrollers. Mensen sturen je expres de verkeerde kant op. Oplichters liggen
overal op de loer, ze laten je niet met rust. Straathonden zijn hondsdol en zo
groot als paarden. Travestieten in de trein betasten je, tot je ze al je geld
geeft!’ – slechts een handvol waarschuwingen die men ons in Nepal gaf, voordat
we naar India afreizen. Niet gek dus, dat we op onze hoede zijn als we het
gloednieuwe vliegveld uitstappen.
De droge hitte slaat
ons om de oren als we buiten staan. Gelukkig heeft het hotel een chauffeur
gestuurd, die ons in een half uur naar een luxe kamer en een duik in het
zwembad brengt. We hebben onszelf getrakteerd op een wat duurder hotel, om te
acclimatiseren aan het land waar iedereen ons voor waarschuwde. Voor nu is het
vooral de temperatuur waar we aan moeten wennen. Het is 46 graden.
|
Een witte duikvogel. |
Als we de volgende dag
erop uit trekken, merken we voor het eerst de verschillen met de andere landen
die we tot nu toe hebben bezocht. Net als in China worden we in de metro
aangestaard, maar men kijkt hier anders naar ons, met een mengeling van
nieuwsgierigheid en woede lijkt wel.
Als we uitstappen
zwermt een groep tuk-tukchauffeurs om ons heen. Ze willen allemaal dat we bij
hen instappen. ‘Where you wanna go, sir?’ ‘Sir, Akshardham? twenty roepies.’ We
willen graag lopen en als we ze dat duidelijk maken, wijzen ze ons in de juiste
richting – dat ging makkelijk.
De Swaminarayan Akshardham tempel werd in 2005 afgerond en is een eerbetoon aan een goeroe die op 21-jarige leeftijd verlichting vond. De tempel, toegangspoorten, zuilengalerij en terrassen zijn op traditionele wijze gemaakt, dus gebeeldhouwd uit zandsteen. Het interieur van de tempel is volledig uit marmer opgetrokken. Het resultaat is overweldigend. De mate van detail in het beeldhouwwerk en de omvang van de tempel zijn verbluffend.
|
De hoofdtempel van buiten. Allesbehalve bescheiden gedecoreerd. |
|
Een lotusbloemvormig paviljoen, de zuilengalerij en in de verte de tempel. |
|
Het interieur van de tempel, volledig van marmer gemaakt. |
|
Bootje varen door de geschiedenis van India. |
(foto's maken mocht niet, ook niet stiekem. Bron)
En dan is er nog het
educatiecentrum. Met een bootje varen we door een soort Efteling attractie
waarin de grootheid van India wordt verheerlijkt. In een andere zaal zien we
een film over de goeroe en in een derde zaal wordt zijn leven uitgebeeld met
mechanische poppen. Wat een gekke mengeling van Eftelingachtig entertainment en
diep geloof.
Als we een dag later
met de normale-mensen-bus naar Old Delhi gammelen, lijkt het alsof we in een
andere stad terechtkomen. Het is er stoffiger en viezer, de oude gebouwen vaal
en vervallen. We lopen langs een lange rij gesloten slagerijen; honderden
vliegen stijgen op van het trottoir waar straathonden zij aan zij slapen met
loonwerkers. We zijn blij als we onze gids zien.
Met de fiets
verkennen we de oudste wijk van Delhi. Al onze zintuigen worden gebombardeerd
met prikkels. In de eerste straat worden vanuit slachterijen grote stukken
buffelvlees in kleine autootjes geladen. Het bloed stroomt over de straat en vanaf
Ć©Ć©n kar kijken tientallen gevilde buffelkoppen ons aan, de doodangst nog in de
ogen. In de straat met de grootste kruidenmarkt van Aziƫ zweeft de peper door de
lucht, iedereen moet niezen en hoesten. Op de doorgaande straat van Old Delhi
zien we hoe Sikh-gelovigen eten uitdelen aan hongerige mensen. De gids vertelt
dat zij per dag 18.000 (!) monden voeden.
|
Kiek 'r goan! |
|
Allerlei verkeer op de hoofdstraat van Old Delhi. |
|
Vanaf een oud bazaargebouw zien we hoe vrachtwagens met balen rode peper gelost worden. |
|
Het bazaargebouw wordt niet meer gebruikt voor de handel. Er wonen nu loonwerkers. |
|
Een loonwerker rust uit in een van de koepels van het gebouw. |
|
Overal rode peper. |
|
Was het nou links of rechts? |
|
Alles van waarde wordt opgevist. |
De fietstocht is
voorbij voor we er erg in hebben. Zonde. Dit kunnen we de hele dag doen. We
lopen terug naar het centraal station waar we de metro pakken. Voor het eerst
voelen we ons niet veilig. Verdwaasde junkies roken heroĆÆne, de giftige geur
walmt ons tegemoet. Een groep dakloze straatjongeren ziet ons van ver aankomen
en we zien hoe ze elkaar uitdagen iets te doen. Een van hen stapt met zijn
armen zwaaiend op Kiki af, komt net even iets te dicht in haar personal space.
We lopen stoĆÆcijns door en er gebeurt verder niets. Maar toch. Niet fijn.
In het hotel blijkt
een nachtje verlengen niet mogelijk. De volgende dag zullen we moeten verhuizen.
We vinden een ander hotel vlakbij het station, in een veel levendigere buurt.
‘s Avonds verandert de hele buurt in een rumoerige avondmarkt. Koeien banen
zich kalm een weg door een zee van tuk-tuks, brommers, auto’s, fietsers en
winkelend publiek. We kopen kokosmakronen voor in de trein. Wat een chaos. En
wat een schoonheid. Wat moeten we wennen aan India.
|
Een rustige zijstraat. |
|
Nothing to see here people. |
|
Pop-up tattoo shop. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten