Jaipur wordt ook wel
de roze stad genoemd. Als we er aankomen is de stad allesbehalve roze. Eerder
vaal grijs, roetzwart en modderbruin, gestippeld met het geel van rondzoemende
tuktuks. We staan nog niet met Ć©Ć©n voet op de grond of chauffeurs vragen ons
waar we naar toe willen. Ons hotel ligt op een steenworp afstand van het
busstation, dus we lopen. ‘Walking? OK, 20 rupies.’ Nee gast, Walking is niet
de naam van ons hotel.
De roze stad is het
oudste deel van Jaipur, het werd roze geverfd toen de Prince of Wales de stad
bezocht in 1876. Te voet verkennen we de wijk. Het is moeilijk onderscheid maken tussen oude en
nieuwe gebouwen, alles is in dezelfde zalmroze kleur gesausd. Het is zondag, dus veel van de piepkleine winkels zijn dicht. Het straatbeeld is daardoor sober, maar de relatieve rust is aangenaam.
|
Een van de poorten in de stadsmuur van de zalmroze stad. |
|
Beetje krakkemikkig. |
|
Altijd omhoog kijken. Anders mis je dit soort parels. |
Het City Palace
slaan we over, we duiken Mantar Jantar in. In een knap onderhouden park staan
tientallen astrologische instrumenten opgesteld, gemaakt van zandsteen en
marmer. Je denkt dat je een moderne beeldentuin bent binnengewandeld, maar elk
instrument kan worden gebruikt om de tijd af te lezen of de stand van sterren
te bepalen. Een gids legt ons met de snelheid van het licht uit hoe alles
werkt.
|
De grootste zonnewijzer ter wereld. |
|
Voor elk sterrenbeeld een eigen wijzer. |
|
'Woela, deze man weet niets.' |
|
Hoe laat is het? |
We lopen verder en
raken half verdwaald. Niet erg, want via de oude, vervallen polovelden komen we
in het stadspark uit. Families picknicken er in de schaduw en kinderen rennen
ons achterna, het beetje Engels dat ze kennen op ons afvurend. De lach op hun
gezichten is eindeloos en de twinkel in hun ogen helder als de Noorderster.
|
Gedumpte Mahindra jeep aan de rand van de polovelden. In de verte een van de torens van het City Palace. |
|
De majestueuze poort van het paleis. Naar binnen zijn we niet gegaan. |
|
Het bekendste roze gebouw, het Hawa Mahal, ook wel het Windpaleis. |
De volgende dag
rijden we de stad uit, op zoek naar het paleis van Amber. Als we een laatste heuvel
zijn gepasseerd, doemt het gigantische gebouw in de verte op. Het paleis ligt
tegen een heuvel aangebouwd, ervoor ligt een vijver zo groot als een
voetbalveld, erboven het fort van Amber, het geheel is omringd met een muur van
18 kilometer, olifanten brengen bezoekers als koningen naar boven; het lijkt
een decor uit een Indiana Jones film.
|
Het paleis. |
|
Prachtige saris onderweg naar boven. |
|
Nogmaals het paleis, met in de verte het fort. |
|
Het plein voor de ingang. Iedereen zoekt verkoeling in de schaduw. |
De woorden ‘Hello,
where are you from?’ zijn voor ons ondertussen een signaal. 9 op de 10 keer wil
er iemand iets van je. Ook dit keer. Een klein mannetje met wit haar en grote
zonnebril spreekt ons aan. Hij ziet er oud en breekbaar oud en vertelt dat hij
hier al 46 jaar werkt. ‘The most senior guide here.’ We geloven hem direct en
gaan met hem in zee. Gemoedelijk schuifelt de gids voor ons uit. Suppoosten
buigen respectvol voor hem.
Met gevoel voor
drama, weinig adem en veel gekuch vertelt de gids ons over de oude stad Amber,
het fort, de verdedigingsmuur en het paleis. De koning die dit optrekje liet
bouwen had twaalf vrouwen plus een paar honderd minnaressen. Zijn vrouwen
hadden elk hun eigen appartement. De koning kende geen van zijn vrouwen bij
naam, elke vrouw had een nummer. ‘s Avonds koos hij een van de vrouwen om de
nacht mee door te brengen, het nummer gaf hij door aan een dienaar die de
boodschap overbracht. De vrouw sloop hierop via een geheime gang in haar
appartement naar de slaapkamer van de koning. Romantisch.
|
De Hoge Poort. |
|
Onze gids. Een grijsaard vol verhalen. |
|
De mooiste zuilengalerij die we hebben gezien in Rajasthan. |
|
Een plafond versierd met eindeloos veel spiegels. |
|
Hoftuin in Perzische stijl. |
|
Alles gemaakt uit zandsteen. |
|
Een tweede prachtig versierd plafond. |
|
Je kan ook omhoog in een retro Mahindra Major. |
De laatste avond in
Jaipur neemt Shyam, een jongen van het hostel ons mee op streetfoodtour. In de
wijk waar hij opgroeide, eten we twaalf (!) verschillende gerechtjes uit alle
windstreken van India. Bhel en sev puri uit Mumbai, Dhosa uit Zuid-India, de
beste kulfi uit de stad, paneer tika masala vers van de barbecue en nog veel
meer. Geweldig om in een wijk te zijn waar je als toerist niet snel komt en wat
zitten we vol naderhand. India wordt met de dag gaver.
|
Genieten van sev puri en bhel puri. Misschien wel het lekkerste streetfood van India. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten