Om half 9 melden we ons keurig bij het reisbureau waar we gisteren buskaartjes hebben gekocht voor de bus naar Pushkar. ‘Pushkar, Puskhar, moeilijk.’, horen we. Een rattige jongen leurt ons langs andere reisbureaus om te informeren of zij nog plek hebben. ‘Nee, nee. Vandaag geen bus naar Pushkar. Wel naar Ajmer. Da’s bijna Pushkar.’, prima, dat moet dan maar.
Na een uur wachten in de bus vertrekken we. Twee rijen voor ons zit een familie met Ć©Ć©n klein meisje. Ze wordt autoziek en voor we het door hebben hangt ze spugend uit het raam van de rijdende bus. De man voor ons gooit net op tijd zijn raam dicht, zodat haar ontbijt niet in ons gezicht waait.
|
Het broertje van het meisje, vlak nadat zij ziek werd. |
We raken aan de praat, de man heet Vishal, een aardige man met imposante snor. Hij was voor zaken in Jaipur en reist nu samen met zijn volslanke collega met een omweg langs Ajmer, Pushkar en Jodhpur terug naar Gujurat, de stad waar hij vandaan komt. Hij nodigt ons direct uit zijn stad te komen bezoeken.
De tijd vliegt voorbij. Na drie uur stopt de bus langs de snelweg. Iedereen voor Ajmer busstation, hier uitstappen. Gelukkig moet Vishal ook die kant uit. We proberen bussen aan te houden, zonder geluk. Een wat grotere tuk-tuk stopt wel, Vishal onderhandelt en we rijden met zes man naar het station. We zeggen Vishal gedag en reizen door naar Pushkar. 140km en 6 uur later liggen we weer lekker onder de airco.
Pushkar is gebouwd aan het heiligste meer van India. Volgens de verhalen gevuld met de tranen van Shiva. Mahatma Gandhi’s as is hier boven het meer uitgestrooid. Het dorp is een wirwar van straten en stegen waar je koeien, varkens, kamelen, straathonden en apen door elkaar ziet lopen. Een zigeuner uit de woestijn laat ons zonder dat we er echt om vragen een zwarte cobra zien in een eenvoudige rieten mand. Boos en argwanend kijkt het beest ons aan.
|
Kooplui maken zich op voor een dag handel. |
|
Koeien lopen vrij rond en bedelen om eten bij voordeur. |
|
Een van de vele tempels. Off limits voor toeristen. |
Elke Hindoe moet Ć©Ć©n keer in zijn leven naar Pushkar komen om de tempels te bezoeken en te baden in het meer. Er komen daardoor mensen uit alle hoeken en gaten van India, ook mensen die nog nooit een blanke hebben gezien. Met grote ogen worden we aangekeken, monden vallen open, er word wat gewezen en gegiebeld. Om je een beeld te geven: toen we de locale bus instapte ging het precies zo
fragment op youtube (rest van de docu is ook tof!).
Op straat lopen opvallend veel vrouwen, ze dragen hun mooiste saris. Sommigen hebben armbanden tot aan hun oksels, anderen zijn beladen met gouden oorbellen, neuspiercings en enkelbandjes. Er zijn vele kraampjes, fruitstalletjes en mannen die fel oranje offerbloemen verkopen. Overal hoor je wel iemand muziek maken, zingen of chanten.
|
Ochtendmarkt op een klein plein. |
|
Dit is pas een roze stad. |
|
Overal koeien. Overal koeienvlaai. |
|
Prachtig geklede vrouwen met bijzondere armbanden to aan hun schouder. |
We genieten van het dorp en wandelen naar een tempel boven op een berg aan de rand van de stad voor de stilte en het uitzicht. Maar verder is er voor ons als niet-Hindoes niet veel te doen. Bij het hotel van de buren mogen we voor Ć©Ć©n euro de rest van de dag in het zwembad dobberen. Zo zijn we weer helemaal opgeladen en uitgerust na het drukke Jaipur.
|
Waterrat for life. |
|
Pushkar van boven. |
|
Een van de vele heilig verklaarde stenen. |
|
Even zennen. |
Voordat we vertrekken uit Pushkar gooien we ons reisplan om. We cancelen ons plan om naar de blauwe stad Jodhpur te gaan omdat hij niet zo blauw blijkt te zijn. Ook Jaisalmer gaat van de lijst omdat het toch veel te heet is om naar de woestijn te gaan. Spontaan boeken we een enkeltje naar Mumbai om zo een andere kant van India te zien. Bollywood, here we come!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten