Mumbai: Brits verleden, Bollywood en bittere armoe

Als we laag over Mumbai vliegen, zien we voor het eerst sloppenwijken. Net als in BraziliĆ« zijn de wijken rommelig tegen heuvels aangebouwd. De uitlopers krioelen tussen nieuwbouwwijken en wolkenkrabbers door. Tot aan de afrastering van de landingsbaan  hebben mensen met bakstenen, golfplaat en zeil een thuis gebouwd. Elektriciteitskabels lopen van huis naar huis en op elk dak staat een kleine schotel, sommige huisjes zijn zelfs uitgerust met airco. Het contrast met het gloednieuwe vliegveld is hoe dan ook groot.

Vanuit het raam van de taxi zien we hoe Mumbai verschilt van de steden die we in Rajasthan zagen. De stad is groener, de inrichting rommelig. Gloednieuwe wolkenkrabbers staan zij aan zij met vervallen sociale woningbouwcomplexen, onder elk viaduct slapen mensen op matjes. Hele gezinnen soms, hun armen om elkaar heen geslagen. Het verkeer raast voorbij.
De meeste gebouwen uit de koloniale tijd zijn te vinden aan Ć©Ć©n lange straat, die begint bij The Gate of India en het wereldberoemde Taj Mahal Hotel. Op het plein voor het hotel is net een openbare yogales in kader van de Internationale Yogadag afgerond. Een vrouw moet aanstekelijk hard lachen als ze ons vraagt of we met haar gezin op de foto willen. Goed, geen probleem. ‘I’m so happy right now!’, zegt ze stralend, terwijl ze Kiki’s arm vasthoudt.

Say cheese! Of chapati!

Ons laten vereeuwigen door een van de vele straatfotografen.

We slenteren verder en nemen de grandeur van de gebouwen in ons op. We stuiten tegen een Belgische bakker aan, ah yes, zuurdesembrood. Een blok verder is de straat afgesloten. Een groep mannen en jongens speelt er straatcricket. We raken aan de praat met een van de spelers; de vader van een jongen die nog te jong is om mee te spelen, maar zo graag wilt. Als hun enige bal op het dak van een bank belandt, is het spel plots voorbij.

Een van de gebouwen uit de Britse tijd.

Beeld met de koepeltjes van het Taj Mahal Hotel in de achtergrond.

Soms waan je je in Londen en niet in Mumbai.

Dit soort ruwe appartementen schudden je dan wakker.

Kerk.








Op zondag is het rustig op straat, dus cricket.

Aan het eind van de middag lopen we hongerig naar het strand. Het is zondag en schoolvakantie, het barst van de mensen. Op het strand is een openlucht foodcourt, we proberen verschillende kleine snacks. Donkere wolken trekken samen en al snel begint het te regenen. We schuilen onder het zeil van de eettentjes, maar de regen blijft met bakken uit de lucht komen. De moesson komt eraan. We lopen terug naar het hotel, nat tot op het bot.

Kek behangetje in de taxi.

Full house op het strand. Ondanks het vervuilde water wordt er gezwommen.

Allerlei soorten streetfood geprobeerd. Deze gekke chipsballetjes heten Dhal Puri.

Schuilen voor de regen onder het zeil bij de eettentjes.


Omkleden onder de douche. Doorweekt.
Een dag later ontsnappen we aan de drukte van de stad door naar Elephanta Island te varen op een eenvoudig houten pontje. Vanaf zee zien we pas echt hoe groot Mumbai is. De skyline is eindeloos, strekt zich uit over de gehele horizon. De overtocht doet ons goed, onze overspannen zenuwen krijgen rust.

Het eiland is bekend om twee dingen. De tempels voor Shiva die uit rotsen zijn gekapt en de restanten van een Britse legerpost. De tempels vallen wat tegen. De grootste tempel kom je het eerst tegen en is meteen het interessantst, veel beelden zijn nog grotendeels intact en het grootste beeld, Shiva met drie gezichten is imposant. De Britten lieten op de hoogste heuveltop twee enorme kanonnen achter, die eenzaam staan weg staan te rotten. We verbazen ons over de naĆÆviteit van een Amerikaans meisje dat alleen maar uit kan brengen: ‘Oh. My. God. There’s like so much trash here.’ Tja, dat is ook India.

Weg van de drukte op een rustiek pontje.

Allerlei schepen liggen voor anker voor een deel van de skyline.

Land in zicht!

Een van de tempels, uitgehakt in rots.

Shiva met drie hoofden.

Even een scĆØne uit Doctor Strangelove naspelen.

Een beter uitzicht op de langgerekte skyline van Mumbai.


Het regent pijpenstelen als we de volgende dag wakker worden. We besluiten het rotweer aan te grijpen om wat zaken te regelen voor de volgende dagen. Tussen buien door lunchen we en aan het eind van de middag lopen we weer richting strand. We zagen er eerder een bioscoop waar we een kaartje kopen voor de film van acht uur. We doden tijd door verderop bij een druk kruispunt onze maag te vullen met verschillende snacks. De jain roll met noodles smaakt gek genoeg naar een whopper. Of denken we dat maar.

De film die we kijken heet Udta Punjab, een drama over de gevolgen van drugsoverlast in de provincie Punjab op de levens van vier hoofdrolspelers. Een popster, corrupte agent, een arts en een loonwerker. De film is vermakelijk, maar wil misschien teveel films in Ć©Ć©n zijn. Het ene moment flirt de agent knullig met de arts, in de scĆØne erna vermoordt de loonwerker haar verkrachter door hem wel twintig keer in de nek te steken met een ijzeren nagel.


Het is laat als we teruglopen naar het hotel. De sfeer op straat is grimmig; er is weinig straatverlichting, het miezert en er zijn alleen maar mannen op straat. We lopen rap door en proberen geen aandacht te trekken, al valt dat niet mee. Ons hart breekt als we een man knikkebollend zien waken over zijn twee kinderen die zonder zeil of deken slapen op de grond. Ze liggen daar, open en bloot, voor een rolluik, niet eens onder een afdak. Pas terug in het hotel realiseren we goed wat we net hebben gezien en vragen we ons af hoe we hadden kunnen helpen. Geld geven? Een zeil misschien? Een tas met eten? Druppels op een gloeiende plaat natuurlijk, maar deze mensen verdienen een meevaller. We komen er niet uit. Met een brok in de keel gaan we naar bed.

Kiki en Mathieu

Volg ons op onze reis rond de wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten