Lhasa: eeuwenoude rituelen, kloosters en het Potala Paleis

Toen we gisteren van het station naar het hotel reden, waren we een beetje verbaasd; Lhasa is niet het Lhasa zoals we het ons hadden voorgesteld. We dachten in een stad terecht te komen die stilstaat in de tijd. Nog precies als in de film Seven years in Tibet. Niets is minder waar. De Chinezen hebben ook hier grote wegen, flats en winkelcentra aangelegd. Maar daarover later meer.

Vandaag worden we wakker met honger. Een goed teken. De hoofdpijn is ook bijna weg. Met het ontbijt nemen we het ervan. Een grote hoop gebakken rijst, fruit, toast en een sloot koffie.
In de lobby maken we kennis met de groep waarmee we de komende dagen op pad gaan. Een internationaal gezelschap: ‘John and Sue from the States’, ‘Jorge uit Costa Rrrica’ en twee beste vriendinnen uit IndonesiĆ«. Later sluit een aantal anderen aan.

Onderweg naar het Sera klooster, onze eerste stop voor vandaag, wijst onze gids Tenzin ons op de duizenden Tibetanen die met hun Kora, een soort bedevaart, bezig zijn. Met de klok mee lopen zij biddend om heilige gebouwen. Binnenin de tempels brandt men kruiden en wordt er geld of gesmolten yakboter geofferd.

Met een kannetje gesmolten yakboter naar het klooster.
We leren meer over het Tibetaans Boeddhisme in het Sera klooster. Tenzin overspoelt ons met verhalen over de Boeddha van het verleden, het heden en de toekomst, de belangrijkste lama’s (verlichte monniken), de verschillende rituelen, de acht heilige symbolen – teveel om hier over uit te wijden.
Rotsschilderingen buiten het klooster 
Het binnenplein.

Tikkeltje lugubere muurschilderingen 
De verzamelhal voor monniken. Gele mutsen en rode gewaden liggen op een vaste plek.

EĆ©n keer per jaar worden kloosters en tempels geschilderd door gelovigen die witte kalk tegen de muren gooien. 

Stoepa binnen de kloostermuren.


In het Drepung klooster zien we jonge monniken met elkaar debatteren. Het gaat er fel aan toe. De Ć©Ć©n staat. De ander zit. Continu vuurt de ene monnik een filosofisch vraagstuk af op de ander. Een voorbeeld: ‘In de wei staat een wit paard. Geloof je dat het paard wit is?’. Ja of nee antwoorden mag niet. Dat kost een student punten. Een correct antwoord: ‘De huid van het paard is wit. Het paard is als elk ander paard.’ Undercover politie kijkt toe of we geen foto’s maken.





Debatterende monniken. Vol in de aanval.



Een timmerman maakt nieuwe deurposten.


De volgende dag is het Potala Paleis aan de beurt, het wintervertrek van de Dalai Lama. Van buiten lijkt het paleis enorm, van binnen stikt het van krappe vertrekken. De muren, de plafonds, de houten steunbalken zijn voorzien van prachtige decoraties. In de verzamelhal van de monniken hangen kleurrijke doeken en een soort paraplu’s van het plafond. Nergens is een afbeelding van de huidige Dalai Lama te zien, alleen overleden Dalai Lama’s kijken ons vredig toe vanaf stoffige foto’s.

Het Potala Paleis. Dertien verdiepingen hoog, gebouwd op een grot waar een koning kwam om te mediteren.

Een aantal van de acht heilige symbolen, geborduurd op yakwollen gordijnen

Drie generaties bedevaartgangers.

Klein nisje, onderaan de trappen aan de achterkant van het paleis.


We lunchen in het oudste theehuis van Lhasa, een doolhof van een gebouw met allerlei maten hallen en kamers waar thee met melk en suiker of yakboter wordt gedronken. Het menu is simpel. Dikke noedels met soep. Of Tibetaanse dumplings met soep. We nemen Ć©Ć©n van beiden.


Lekker dobbelen buiten het theehuis. 


Als laatste bezoeken we de Jokhang tempel. Een tempel middenin oud Lhasa met een bijzonder verhaal. De tempel is gebouwd op de plek waar lang geleden een ven was. Prinses Wencheng, de vrouw van de toenmalige koning, koos de plek om een tempel te bouwen voor het Boeddhabeeld dat deel uitmaakte van haar bruidsschat. Om te controleren of het ven wel een heilige plek zou zijn gooide de koning zijn trouwring in het water. Daarop verscheen een witte stoepa. Bingo. Het ven werd gedempt en een tempel opgericht.

Twee meter hoog gebedswiel op het dak van Jokhang.

De tempel is prachtig en na de rondleiding blijven we met zijn tweetjes op het plein voor het gebouw rondhangen. Het is er prachtig mensen kijken. Tibetanen uit het hele land lopen hier hun Kora. De een straatarm, de ander getooid in prachtige gewaden met het haar kunstig gevlecht, gouden oorbellen in en grote ringen om. Voor de tempel prostreren diepgelovigen. Biddend laten zij zich op de grond vallen, strekken zich uit, staan weer op en beginnen van vooraf aan. Hun toewijding is indrukwekkend.
Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Vallen en weer opstaan. 
Oud baasje komt correct. 
Een stukje meelopen in de straatjes om de Jokhang tempel. 
Nonnen, mannen en vrouwen lopen om een mast, omwikkeld yakvacht en ontelbaar veel gebedsvlaggen.

Hat game on point. 
Kruiden worden geofferd en verbrand als wierook. 
Tibet. Waar Erykah Badu de mosterd haalde.
Door krappe steegjes lopen we terug naar het hotel. In werkplaatsjes worden wandkleden gemaakt, mandala’s geschilderd en grote hompen yak klein gehakt. Dit lijkt veel meer op het Tibet dat we verwachtten – totdat vier gewapende soldaten met brandblussers op hun rug voorbij marcheren, om in te grijpen als een demonstrant zich besluit in brand te steken, horen we later…

Een bult wol.

Kandelaars en rozenkransen. 
En toen werd het real.

Kiki en Mathieu

Volg ons op onze reis rond de wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten