Paracas en Ica: eindeloze woestijn, zeeleeuwen en dune buggies

De busterminal van Lima heeft veel weg van een vliegveld, maar dan in het klein. We checken onze bagage in en kopen nog snel wat te eten voor in de bus. Als we instappen worden we overweldigd door de luxe aan boord. De stoelen zijn ruim en verstelbaar, er is airco, een steward en iedereen heeft een eigen TV scherm waarop je films kan kijken. We zitten helaas niet naast elkaar. Van de steward moeten we voorlopig op onze eigen stoel blijven zitten. Niet erg, want zo hebben we allebei een raam om uit te kijken.

We reizen vandaag naar Paracas, een kustplaats waar we om twee redenen naartoe gaan. De kustlijn van Peru is feitelijk een langgerekte woestijn en in Paracas is een groot woestijnreservaat opgericht. Daarnaast ligt voor de kust van Paracas een eilandengroep waar honderden zeeleeuwen en tienduizenden zeevogels wonen. Twee heel verschillende attracties dus.

De straat waaraan het hostel ligt.


Laat in de middag komen we aan. Diego, de eigenaar van het hostel waar we overnachten wacht ons op in de busterminal. Een aangename verrassing. Het hostel ligt namelijk middenin de woestijn, niet in het dorp. We stappen in bij zijn chauffeur Moses en vertrekken. Het hostel blijkt een kleine oase van rust. Een handvol kamers, een zwembad, een keuken en een bar. Wat wil een mens nog meer? We nemen meteen een ijskoud biertje. Diego vertelt ons over de tours die hij organiseert. We denken er meteen over na.

Moses brengt ons rond etenstijd naar het dorp en vertelt ons waar je goed kunt eten. We rijden een roze zonsondergang tegemoet. De roze gloed geeft het woeste landschap een zachter randje. In het dorp wordt vanavond de politieke onafhankelijkheid gevierd. Op het strand is een groot podium opgebouwd en op de boulevard flaneren de mensen. De straatverkopers doen goede zaken vandaag. Na het eten drinken we een biertje, wagen een gokje en pikken een paar nummers mee van de eerste band die optreedt. Zoals in bijna elke kustplaats zijn de mensen hier relaxt.

Het Rad van Fortuin.

De band speelt een Peruaanse versie van Colombiaanse Cumbiamuziek.


De volgende dag zet Moses ons na een klein ontbijt af bij de pier waar de speedboats naar de Islas Ballatas vertrekken. De kaartjes zijn al gekocht en na een kwartiertje wachten zijn er voldoende mensen om een boot te vullen. Het vertrek duurt lang. We moeten lang wachten voordat iedereen een reddingsvest heeft. Het is bloedheet in de boot en we zijn blij als we vertrekken. Voordat we de haven uit zijn, zwemt een school dolfijnen voorbij. Ze laten een paar keer hun vinnen zien, voordat ze onder water verdwijnen. Als we op zee zijn en op volle vaart door het water klieven, probeert een groep pelikanen ons bij te houden door in V-formatie vlak boven het water te zweven. Ongelofelijk knap dat de beesten zo eenvoudig een hoge snelheid kunnen bereiken.

Voordat we naar de eilandengroep varen stoppen we bij La Candelabra. Eeuwen geleden hebben mensen in een gigantische duin een kandelaarachtige vorm uitgegraven. Volgens sommige wetenschappers is het een afbeelding van een cactus die voor de inheemse bevolking cruciaal was om te overleven. Anderen denken dat de afbeelding simpelweg een baken was voor schippers. Een herkenningsteken om de weg naar huis te vinden. Het is hoe dan ook merkwaardig dat de afbeelding na al die jaren nog zo scherp afgetekend is.

Grotten en gewelven langs de kust van Paracas.

la Candelabra (de kandelaar).


Na een half uur varen bereiken we de Islas Ballatas. Het eiland is drukbevolkt. Op elk strandje woont een andere zeeleeuwenfamilie, die bestaat uit een mannetje met meerdere vrouwtjes. Op een ander, langgerekt strand worden alle baby zeeleeuwen grootgebracht. Vooral de jongentjes lopen hier gevaar en worden vaak verstopt. De oudere mannetjes willen hen nog wel eens aanvallen om zo hun alfa-status veilig te stellen. Op weer een ander strand wonen de mannetjes die voor het paringsseizoen de strijd met andere mannetjes hebben verloren. Zij mogen dus niet paren. De gids noemt het Bachelor Beach.

Land in zicht!

PrivƩstrand voor een familie zeeleeuwen.

De zeeleeuwen trekken zich weinig van ons aan.

De babykamer. Verderop het strand liggen de meeste jonkies.

Een groep Incasternen, een veelvoorkomende soort op de eilanden.


Ook wonen hier tienduizenden zeevogels en zij zorgen voor een bijzondere bron van inkomsten voor de lokale bevolking. Om de acht jaar wordt de vogelpoep die zich hier opstapelen geoogst en verkocht als kunstmest aan landen als Duitsland, Amerika en Frankrijk. Men noemt dit witte goud hier Guano. Gelukkig worden wij niet onder gescheten. Op de terugweg naar de haven waaien we lekker uit. Dit keer wachten er geen dolfijnen op ons. We lunchen aan de boulevard, bij een eettentje dat er goedkoper uit ziet dan het restaurant waar we gisteren aten. Dat valt tegen, net als het eten. Jammer.

Na de lunch stappen we bij Diego in de auto. Samen met een nieuwe chauffeur laat hij ons de mooiste plekken van het woestijnreservaat zien. We stoppen bij een plek waar je van dichtbij fossielen kunt bekijken. Daarna rijden we naar de Kathedraal, een bijzondere rotsformatie die half in de zee staat. Helaas is de rots een paar jaar geleden door een aardbeving grotendeels ingestort. We gaan van de weg af en scheuren door de woestijn naar een minder bekend uitkijkpunt. De chauffeur roept This is Dakar!, nadat ik hem eerder vroeg wat hij van de race vindt. Het uitkijkpunt is bovenop een pikzwarte klif. We horen de zoutkristallen onder onze voeten knarsen als we naar de rand toelopen. Het voelt alsof we op Mars lopen.

Mathieu fantaseert over Dakar.

Hier. Een fossiel.

Wat een kustlijn.

De steile, zwarte klifwand.

Zoutkristallen en in de verte het vissersdorp.


Via een strand met roestbruin zand rijden we naar het enige vissersdorpje in het reservaat. De noeste mannen die hier werken, vissen op ambachtelijke wijze. Dus in kleine boten zonder sleepnetten. Hun boten zijn kleurrijk beschilderd, elke boot is anders. De felle kleuren steken mooi af tegen de egale kleuren van de woestijn en de zee. We durven nauwelijks foto’s te maken van de mannen. Bang om gekielhaald te worden.

Het rode strand. Een rare verschijning in een zandgele woestijn.

Twee verschillende schelpen van zee-egels. 

Honderden vogels slaan voor ons op de vlucht.


De Ronaldo, een van de schepen in de baai.

Het kruis van Jezus vol iconen.

Pelikanen drogen hun vleugels in de wind.


Samen met Diego doen we snel een rondje door het museum in het reservaat. Mooie tentoonstelling, maar teveel informatie om op te nemen. Achter het museum ligt op een paar honderd meter lopen een uitkijkpunt waar je flamingo’s kunt spotten. Diego wacht in de auto, wij willen dit niet missen. We lopen naar de rand van het water waar de flamingo’s rusten op Ć©Ć©n poot. Echt dichtbij kunnen we niet komen, toch is het gaaf om de beesten in het wild te zien. Voordat we weer instappen en naar het hostel rijden, maken we nog snel wat foto’s. De zon staat laag en het oranje licht geeft de woestijn iets magisch. Wat een prachtige plek. Bizar dat dit Peru is.

Flamingo's aan het grazen.

De volgende dag pakken we vroeg de bus naar Huacachina, een dorp gebouwd rondom een oase in de woestijn. Het dorp is gebouwd voor toeristen. Er staan eigenlijk alleen hotels en restaurants. We besluiten hier niet lang te blijven. Als we inchecken bij een hostel boeken we meteen een tocht door de woestijn in een dune buggy. Omdat we last minute boeken, krijgen we korting. We lopen om de waterbron naar een restaurant waar we lunchen. Hier vind je nauwelijks Peruaans eten.

Net als in de film.


Na een middagdutje staat de buggy met ronkende motor op ons te wachten. Het gevaarte is enorm. In totaal past er zo’n tien man in. Als basis is een Amerikaanse pickup gebruikt. Op het rollend chassis is een rolkooi gelast en zijn wat stoelen gemonteerd. Wij stappen als laatste passagiers in. We rijden meteen de woestijn in. De zware V8 brult als de man het gaspedaal indrukt. De koelvloeistof komt uit de radiator gesputterd en waait in ons gezicht. Al snel springen we over de eerste duin heen, gevolgd door een steile afdaling. De Koreaanse meisjes naast ons gillen het uit. Weer stijgen, een scherpe kombocht en dan weer als een speer naar beneden. Dan recht tegen een duin omhoog om er weer overheen te vliegen. Het lijkt wel een achtbaan, maar dan veel gewelddadiger.

Braaaaaap!

Andere buggies in de verte.

Koelvloeistof bijvullen in de Mad Max Mobile.


Na nog meer van dit soort ongein stoppen we bovenop een duin en komen de sandboards tevoorschijn. We sleeƫn, boarden en klimmen van de ene naar de heuvel voordat we weer instappen en naar een hoge duin rijden om te genieten van de zonsondergang. Het is wat bewolkt, dus de omstandigheden zijn niet perfect, zegt de wat stille chauffeur. Toch is het een fantastisch spektakel. We rijden terug naar het dorp en worden als eerste van de groep gedropt. Nog vol adrenaline lopen we het dorp in. Vanavond drinken we bier en eten we hamburgers met friet. Bam!

Ready for take-off.

Board babe!

Beach hair in de woestijn.




Kiki en Mathieu

Volg ons op onze reis rond de wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten