In het daglicht ziet het dorp Uyuni er heel anders uit. Aan de boulevard is het een komen en gaan van mensen die met een jeep de zoutvlakte en omliggende bergen in trekken. Wij schrijven ons ook in voor zo’n tour en krijgen korting omdat we zo last minute aanhaken. Op de inschrijflijst zien we dat we waarschijnlijk de jeep delen met Kai en Roy, twee Nederlandse jongens, allebei chefkok. Als wij terug naar het hotel lopen om onze tassen te halen, zien we hen al lopen. Twee overduidelijk Nederlandse jongens met kort geschoren koppies. Misschien kok in het leger?
Onze chauffeur heet Alberto en we hebben geluk, Alberto spreekt een aardig woordje Engels. Normaal betaal je voor een engelsprekende gids nog eens twee keer zoveel. Alberto laadt onze tassen in en we maken kennis met de rest van de groep. Naast Kai en Roy reizen we met de Duitse Svenja en Max. Als de grote Toyota Land Cruiser is volgeladen, kunnen we vertrekken.
Eerste stop is het treinkerkhof net buiten de stad. Uyuni was ooit een belangrijke doorvoorhaven voor mineralen. Aan het begin van de 19e eeuw werden er plannen gemaakt om een het netwerk van sporen en treinen uit te breiden, maar die plannen werden nooit afgerond door verschillende technische tegenslagen en spanningen met buurlanden. De veelal Britse treinen werden buiten de stad geparkeerd en aan hun lot overgelaten.
|
'Steady as she goes.' |
|
Wrakken zover het oog reikt. |
|
Selfie heaven. |
Nadat we het eten voor de komende dagen hebben ingeladen in Uyuni rijden we weer de stad uit, via het weinig bijzondere zoutmuseum naar de zoutvlakte. Voor het eerst zien we de immense vlakte voor ons opdoemen. We stoppen vrij snel bij Los ojos de la salar (de ogen van de zoutvlakte), kleine gaten in het zout waaruit water omhoog borrelt en verschillende mineralen afzet.
|
Un ojo de la Salar. |
|
Zout! En ja, het smaakt echt zout. |
Daarna rijden we verder de zoutvlakte op. We stopen bij een standbeeld van het Dakar logo, de rally kwam hier twee jaar geleden voorbij, en het zouthotel. ‘We kunnen hier lunchen of verderop op de zoutvlakte’, zegt Alberto. We kiezen voor het laatste scenario en rijden verder. Na een half uur rijden stappen we uit en zijn we omringd door niets dan zoutvlakte. Zelfs de andere jeeps zijn uit het zicht. En ja, we ontkomen er niet aan, voordat we gaan lunchen, moeten we gekke foto’s maken. Alberto regisseert ons in allerlei gekke houdingen en we doen er zonder protest aan mee.
|
De kristallen van dichtbij. |
|
Vlaggen van over de hele wereld. |
|
Een echte T-Rex. |
|
Alberto Spielberg. |
|
Geen Photoshop. |
Alberto laat ons na de lunch een kwartier over de zoutvlakte lopen. Hij daagt ons uit om in een zo recht mogelijke lijn weg te lopen bij de auto. Dat blijkt moeilijker dan het klinkt. Als we ons na een kwartier omdraaien staan we niet langer recht voor de auto. De zoutvlakte heeft een desoriƫnterend effect.
We stappen weer in en rijden verder naar het eiland Incahuasi, feitelijk geen eiland maar de top van een vulkaan die nog net boven de zoutvlakte uitkomt. Het staat vol met metershoge cactussen, met een soort muppet achtige vacht. We klimmen naar de top en genieten van het uitzicht. De jeeps die af en aan rijden lijken net zeilschepen. Wat een wonderlijke plek.
|
Isla Incahuasi. |
|
De natuur blijft ons verrassen. |
|
Wat een plaatjes. |
We stoppen daarna nog Ć©Ć©n keer. Aan het andere uiteinde van de zoutvlakte ligt een dun laagje water op het zout, waardoor de vlakte Ć©Ć©n grote spiegel wordt. Dat in combinatie met de ondergaande zon zorgt voor een magische sfeer. We kunnen haast niet geloven hoe mooi het hier is.
|
Spiegelglad. |
|
Adembenemend. |
|
Storm op komst. |
De volgende dag staan we om zes uur op. Gisteravond hebben we een fles rum soldaat gemaakt met Kai en Roy, toch voelen we ons prima. Alberto is allang wakker en heeft ontbijt voor ons gemaakt. We vallen aan en zitten om half 8 weer in de jeep. Voordat we het dorp uitrijden, kopen we een nieuwe fles rum.
Vandaag ruilen we de zoutvlakte in voor de bergen. We stoppen bij drie bergmeren die met elkaar verbonden zijn door een ondergrondse rivier. Het water in de meren zit bomvol mineralen, dat algen aantrekt. Flamingo’s zijn dol op de algen en zijn hier in grote getalen te vinden. Het contrast tussen de besneeuwde bergtoppen, het kleurrijke gesteente en de roze flamingo’s is zo groot, dat we het haast niet geloven.
|
Vulkaan in de achtergrond. |
|
Deze plant werd door de Inca's als brandstof gebruikt. |
|
Prachtige kleuren. |
|
Flamingo's. Echt. |
Na nog een stop in een woestijn op 4.500 meter en in een bos van lavarotsen, komen we als eerste aan bij het hostel. We kiezen een kamer uit met de groep en pakken onze tassen uit. Daarna spelen we rummikub tot aan het avondeten, dat Alberto maakt met de uitbaatster van het hostel. Haar dochter van drie jaar komt regelmatig kijken wat we aan het doen zijn en zet de stoelen vast recht voor de andere gasten. Als haar baby llama de eetzaal binnen komt lopen, voert ze hem koekjes. De llama eet de koekjes en duikerklontjes op tafel gretig op. Het beest wordt door de eigenaresse naar buiten gejaagd.
|
Mathieu bij de auto van zijn dromen. |
|
De wind slijt het zwakkere rots weg, waardoor sculpturen ontstaan. |
|
Max beklimt een lavarots. |
|
Prikkelige bosjes. |
Omdat we in the middle of nowhere zitten, maken we zodra het donker is foto’s van de Melkweg. Het is stervenskoud, dus lang houden we het niet vol buiten. Binnen in de eetzaal staat de fles rum al op ons te wachten. Max en Svenja drinken vanavond mee, dus er wordt al snel een nieuwe fles rum besteld. Kai en Roy leren ons drankspelletjes waar we nog nooit van hebben gehoord. Roy is daar nog het meest de dupe van. Hij druipt als eerste af, stomdronken.
|
Nog nooit zo'n heldere hemel gezien. |
|
Llama in de club. |
|
'Go home Llama, you're drunk.' Oh nee, andersom. |
Om half vijf gaat de wekker alweer. Ouch. Het voelt alsof we er pas net in liggen. Brak schuiven we aan bij de ontbijttafel. Op het menu staan pannenkoeken, yoghurt met granola, koffie en aspirine. We proppen wat naar binnen en stappen weer in de jeep. In het donker rijden we naar de krater van een vulkaan. In de krater borrelen grote poelen kokendhete modder. Albert waarschuwt ons, eerder dit jaar is er nog een toerist overleden. Hij verloor zijn evenwicht toen hij de pet wilde vangen die van zijn hoofd waaide, viel in een poel en werd levend gekookt.
|
Kiki neemt een stoombad. |
|
Lekkere fondue. |
|
Andere planeet. |
Als we de krater uitrijden, komt de zon net op. Het zorgt voor een spectaculair uitzicht. Op advies van Alberto rijden we eerst naar het Laguna Verde (het groene meer) voordat we naar de mineraalbaden gaan, waar alle andere toeristen nu naartoe rijden. Het is er inderdaad nog uitgestorven en doodstil. We genieten van de rust en de warmte die de zn begint af te geven. Alberto legt uit dat hij vroeger sherpa was en zo’n beetje alle bekende bergen van Zuid-Amerika beklommen heeft. Ook de toppen die je vanuit het basecamp dat we in de verte zien liggen kunt beklimmen. Omdat zijn knieĆ«n het opgaven is hij chauffeur geworden.
|
Jaaaah! |
|
Alberto maakt voor de laatste keer onze lunch klaar. |
De mineraalbaden doen wonderen voor onze kater. Als sneeuw voor de zon verdwijnt de brakheid. Na een uurtje badderen, beginnen we aan de rit terug naar Uyuni. We stoppen nog bij een gigantisch lavaveld, dat in de verte lijkt op een verlaten stad. Ook picknicken we naast een beekje, waar wilde llamas en vicuƱas grazen. Ongelofelijk hoe snel het landschap hier verandert.
De laatste loodjes wegen zwaar op ons allemaal. Vooral Alberto. Hij legt uit dat hij straks de auto moet wassen en benzine en voorraad moet inslaan voor de volgende tocht van morgenochtend. Hij werkt zes dagen in de week. Zijn vrouw die in La Paz woont ziet hij Ć©Ć©n keer in de twee maanden. Hij belt en sms’t haar wel vaak en fluistert lieve woordjes.
In Uyuni bedanken we Alberto voor de goede zorgen en geven hem een dikke fooi. Hij heeft nauwelijks tijd om afscheid te nemen, hij moet door. Met de rest van de groep drinken we een biertje op straat en bekijken de Goede Vrijdag processie die voorbijtrekt. Daarna nemen we afscheid van elkaar en gaan we ieder onze eigen weg. Svenja terug naar Arequipa in Peru waar ze lesgeeft, Max gaat door naar Potosi, Kai en Roy gaan voor Spaanse lessen naar Sucre. Wij oude lui moeten eerst bijkomen en checken in bij hetzelfde hostel waar we eerder overnachtten. Die avond eten we heerlijke pizza in het restaurant van een Amerikaan die in Uyuni is blijven plakken. Daarna naar bed, we vallen als een blok in slaap.
|
Voorop loopt Jezus die door jongen verkleed als Romeinen gegeseld wordt. |
|
Verderop gemaskerde kistdragers. |
Verlate verrassing, komt er nog meer?
BeantwoordenVerwijderenJazeker, we zijn druk bezig om de laatste posts over Bolivia en onze terugkeer naar Nederland af te maken.
Verwijderen