Bolivia: Copacabana en Isla del sol

Om de grens van Peru naar Bolivia over te steken, hebben we een stapel papierwerk bij ons. KopieĆ«n van documenten, pasfoto’s, formulieren die we in de bus naar de grenspost hebben ingevuld. Toch maken we ons zorgen, we hebben namelijk geen zogenaamde TAM-kaart gekregen toen we Peru binnenkwamen, en die heb je nodig om het land uit te mogen. Er is een kans dat het digitaal geregeld is, maar dat weten we niet zeker.

Onze zorgen blijken ongegrond. We komen zonder problemen Peru uit en Bolivia in. De Boliviaanse grenswachten nemen niet eens de kopieƫn van onze paspoorten in. We krijgen direct een stempel en mogen door. We stappen weer in de bus die ons verder Bolivia in rijdt. Vandaag rijden we niet verder dan Copacabana, een stad die net als Puno aan het Titicaca meer ligt. Het meer ligt grofweg voor de helft in Peru en voor de helft in Bolivia.

In Copacabana wacht een verrassing. Kiki heeft een luxe suite geboekt in het hostel La Cupala. De koepelvormige kamer ligt halverwege een steile heuvel en Mathieu vloekt als we aan de klim beginnen. Vergeet niet, Copacabana ligt bijna op 4 kilometer hoogte. Maar als de receptionist ons het appartement laat ziet, is alles vergeten en vergeven. Wat een spectaculaire plek en wat een luxe! Een enorm bed, een haard met het hout al klaargelegd om aan te steken, een ruime douche en een bijna 360 graden uitzicht over het meer. Bolivia is het laatste land dat we bezoeken, dus we mogen onszelf best wat vaker verwennen, is Kiki’s argument.

Onze luxe suite.

Hier zouden we best langer willen blijven.

Heerlijk.


De rest van de middag rusten we uit. We zijn immers vanochtend om half 6 opgestaan. ’s Avonds eten we in het restaurant van het hostel. Daarna maken we de haard aan en genieten van ons paleisje. De suite doet Mathieu denken aan sets uit oude James Bond films. Ook brengt het fikkie stoken ons terug naar de hutten van Nieuw-Zeeland. We halen herinneringen op en besluiten het rustig aan te doen in Bolivia en alleen nog maar te genieten. We hebben al zoveel gezien en gedaan. We zijn gelukkig en dankbaar.

De volgende morgen lopen we het stadje in. Het is zaterdag en dat betekent dat je vandaag je auto kan laten zegenen op het kerkplein. Dat moeten we zien. Aan een kant van het plein staan de eerste auto’s al in de rij om de zegening van de priester te ontvangen. Maar voordat het zover is, wordt elke auto versierd. Bij kraampjes kun je bloemenslingers, -boeketten, rozetten en zelfs hoedjes kopen. Ook wordt er bier en nep champagne verkocht om te offeren en om te drinken – altijd een goed idee voordat je gaat rijden, maar wat kan je gebeuren als je auto gezegend is?

Een aantal auto's in de rij om gezegend te worden.

Prachtige items om je auto mee te versieren.

Een nieuwe Lada Niva 4x4 wordt onder handen genomen.

Deze minibus kan er weer tegenaan.


We nemen ook een kijkje in de kerk waar de dienst in volle gang is. Het is een komen en gaan van mensen. Veel oude mensen komen even kijken, het lijkt alsof ze gewoon eventjes op adem willen komen. Net als de oudjes sneaken we via de zijdeur naar buiten. Door de hoofdstraat lopen we naar de rand van het meer. Het is duidelijk laagseizoen. Veel boten en waterfietsen liggen op het strand, klaar om opgelapt te worden. Een oude man met een piepklein kolenbrandertje komt uit het niets bij ons staan. Voordat we er erg in hebben, begint hij aan een ritueel om ons te zegenen. Als hij doorkrijgt dat we geen cash hebben, loopt hij zonder pardon verder.
De fanfare warmt zich op buiten de kerk.

Ook trucks zijn welkom.

Op het kerkplein is nog steeds geen priester te bekennen bij de versierde auto’s, dus lopen we terug naar onze luxe kamer. We downloaden nieuwe boeken voor onze e-readers en doen het rustig aan. De haard is door het personeel al schoongeveegd en gevuld met vers brandhout. We eten die avond pizza in de bakkerij van twee Amerikanen. Het echtpaar komt oorspronkelijk uit Chicago, maar woont al een paar jaar in het dorp. Ze vertellen ons over hun lange dagen en het vrijwilligerswerk dat ze doen in de dorpen in de bergen. Hun pizza’s smaken fantastisch, ook al is het geen typische Chicago deepdish pizza.

Na weer een avond voor de haard, gaat ‘s ochtends de wekker om zes uur. Mathieu voelt zich belabberd. Al dagen is hij licht misselijk en opgeblazen. Er is iets mis. Na een grote boodschap checken we toch uit. We laten onze grote backpacks achter en gaan met Ć©Ć©n kleine rugzak richting de haven. We ontbijten aan het water. Mathieu moet weer naar de WC. Ook als we in de rij staan voor de pont naar Isla del Sol, is het raak. Zo erg is het nog niet eerder geweest.

De pont wordt volgepropt met toeristen. We horen dat er ruzie is op het eiland; noord heeft mot met zuid. Daarom is het onmogelijk om naar het noorden van het eiland te varen. Zonde, want ons plan was om van noord, via eeuwenoude ruĆÆnes, naar het zuiden te wandelen en daar te overnachten. In plaats daarvan worden we in de zuidelijke haven gedropt. We zoeken meteen een hostel uit en bestellen een kamer mĆ©t eigen toilet. Vanuit onze kamer hebben we uitzicht op het meer en het kleinere Isla de la Luna. De oorspronkelijke bewoners van de Bolivia en Peru, de Aymara en Quechua bevolking, geloven dat de zon en maan in het meer geboren zijn. Vandaar de namen van de twee eilanden.

De Inca Keizer heet ons welkom.

Het heeft wel iets Middellands-Zee-gebiederig. 

Een paarse quinoa plant.


Het is prachtig weer dus we maken meteen een wandeling. Elke vierkante meter van het heuvelachtige eiland lijkt wel gebruikt te worden om groenten op te verbouwen. De terrassen liggen er groen en weelderig bij. Veel planten zijn aan het bloeien. Men vergelijkt het eiland weleens met landen die aan de Middellandse Zee liggen en dat snappen we wel. Als je door je wimpers kijkt, waan je je op een Grieks eiland. Echt ver komen we niet. Mathieu is uitgeput door zijn buikproblemen. We gaan terug naar het hostel, rusten uit en genieten van het uitzicht. We kunnen sowieso niet bij de ruĆÆnes komen.

Ongelofelijke verkeersdrukte. 

Meer prachtige bloemen.

Een quinoa plant in bloei?

Heerlijk wandelweer.

Een belabberd gevoel.


De volgende ochtend worden we wakker als de zon opgaat. Vanuit ons kamertje zien we hoe de zon langzaam uit het meer opstijgt. Het heeft inderdaad iets van een geboorte. De zon verdwijnt echter snel achter grijze regenwolken. Tijdens het ontbijt barst het onweer los. We vluchten met onze witte bolletjes terug onze kamer in. In de stromende regen lopen we later terug naar de haven. Het water stroomt razendsnel over de traptreden naar beneden. In een overvolle pont met beslagen ruiten varen we terug naar Copacabana.

We halen meteen onze tassen op bij La Cupula en kopen aan het plein bustickets. Bij de Amerikaanse bakkerij, waar we eerder pizza aten, kopen we sandwiches en een granola koek zo groot als een ontbijtbord. We stappen in de bus en vertrekken al snel naar La Paz, de hoofdstad van Bolivia.

Goeiemorgen zeg.

All cholitas aboard!


Kiki en Mathieu

Volg ons op onze reis rond de wereld.

2 opmerkingen:

  1. Was dit de laatste 'uitzending' of hebben we nog wat tegoed?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Er komen nog een aantal posts bij. Onder andere de hoofdstad van Bolivia La Paz, de zoutvlakte van Uyuni, de witte stad Sucre en meer.

    BeantwoordenVerwijderen