Bolivia: Oruro, Carnaval, Mijnwerkers, nieuwe vrienden

Op de dag dat we vertrekken naar Oruro is het stil op straat. Je hoort alleen het getrippel van honderden hardlopers. Het is vandaag la Dia de Peaton, de dag van de voetganger. Het oude centrum is vanochtend afgesloten voor auto’s en er is een marathon georganiseerd. Met respect kijken we naar de hardlopers die zich afmatten. Een marathon op bijna 4.000 meter. Ga er maar aanstaan.
Door de marathon is het ook drukker dan normaal in het busstation. De eerste bus naar Oruro zit al vol. We eten daarom wat en kijken naar dezelfde oerflauwe candid camera filmpjes die we ook in China op stations zagen.

Net als op de heenweg rijden we via El Alto de stad uit. We stoppen er om meer mensen op te pikken en zien onderweg veel zogenaamde cholets. Het woord cholet is een verbastering van chalet en cholita. Een cholet is een multifunctioneel gebouw dat door rijke Aymara of Quechua families is gebouwd. Op de begane grond vind je winkels, op de bovenliggende verdiepingen een of zelfs twee feestzalen en daarboven appartementen en een penthouse. Wat de cholets bijzonder maakt is dat de huizen niet in een Westerse stijl zijn gebouwd. De kleuren, motieven en decoratieve elementen zijn juist geĆÆnspireerd door de inheemse culturen van Bolivia.

Quinoa velden langs de weg


Buiten Oruro komt het verkeer tot stilstand. Ook hier wordt de Dag van de Voetganger gevierd. Toch komt er al snel beweging in het verkeer en mogen we de stad in. De stad is niet groot, we zijn snel bij het busstation. Vandaar lopen we naar het enige hostel in de stad. Oruro is compleet anders dan La Paz. Platter, rustiger en ruimer opgezet. We checken in en gaan op aanraden van eigenaar Luis eten bij een snackbar. Verder is er weinig open op zondagavond zegt hij.

Salchipapas, oftewel friet met knakworst.


De volgende ochtend staan we vroeg op om in het station van Oruro kaartjes te kopen voor de trein naar onze volgende bestemming Uyuni. Online lijken de kaartjes al uitverkocht, maar volgens Luis zijn er aan het loket altijd tickets te koop. Als we naar het station lopen, worden er langs de doorgaande weg al tientallen marktkramen opgezet. Bij sommige kraampjes wordt zelfs al ontbijt geserveerd. We lopen door, eerst die tickets regelen.

De markt wordt in tweeƫn gesplitst door het spoor.

Kekke Volkswagen Brasillia.

Wat zeggen de kaarten?


Buiten het station ziet het zwart van de kinderen. Ouders lopen af en aan om hun kinderen te droppen. Het ziet ernaar uit dat ze op schoolreis gaan. Er is verder niemand in de vertrekhal. Een man doet het loket voor ons open en helpt ons vriendelijk. Geen probleem, tickets zat. Yes! We lopen op ons gemak terug naar het hostel, waar het ontbijt inmiddels klaarstaat. We worden uitgenodigd om met Luis en andere gasten een stadswandeling te doen.

Samen met de Amerikaanse Ann en het Iraanse stel Mina en Habib trekken we erop uit. Mina en Habib reizen op hun fietsen van Argentiniƫ naar Canada. Ann is, nadat ze een paar jaar in Alaska gewoond heeft, aan het backpacken door Zuid-Amerika. Haar Spaans is een stuk beter dan dat van ons, dus vertaalt ze wat Luis ons vertelt.

Oruro is vooral bekend om Ć©Ć©n ding. Carnaval. In de stad wordt elk jaar de meest uitbundige carnavalsoptocht van het hele land georganiseerd. De optocht is een mix van inheemse en Spaans-katholieke tradities. De groepen die meelopen beelden verschillende verhalen uit. Zo zijn er groepen verkleed als conquistadores en Morenos (Moorse slaven), met hun dansen beelden zij de invasie van de Spanjaarden uit.  Ook wordt El Tio (De Oom), de God van de Bergen, geĆ«erd. De mijnwerkers willen Tio te vriend houden, omdat ze zijn mineralen afnemen.

Waarschijnlijk een van de Ositos (Beren)

'Elk jaar worden de rokjes korter,' zegt Luis.

De bruine beer.


Meelopen in een van de groepen is een kostbare bezigheid. Je betaalt lidmaatschap en moet zelf zorgen voor een kostuum. Luis danst ook mee met een groep en legt uit dat drank, eten en toegang tot alle feesten inbegrepen is. Hij neemt ons mee naar de straat waar alle kostuums gemaakt worden. Kiki raakt bijzonder geĆÆnspireerd.

De winkels verkopen ook kostuums voor een andere feestdag. Elk jaar gaan de mannen van Oruro op 3 mei op de vuist met mannen van een ander bergstadje uit de buurt. Het doel van de massale vechtpartij is om Pachamama tevreden te houden. Daarom moet er bloed vloeien. Als er iemand omkomt is het helemaal mooi.

In totaal lopen we bijna drie uur door het stadje. We bezoeken de kathedraal, de markt, een vuurtoren die als monument is opgericht voor de Chileense annexatie van het stuk Bolivia dat aan de kust grensde. Niet eerder hebben we zo’n complete stadstour gehad.

Het centrum van Oruro.

Een lokale specialiteit, vers kaneelijs.

Ook hier offerwaar te koop op de markt.

Met de bezem door de kathedraal. 

De Kathedraal is versierd met Katholieke en inheemse motieven.

Een fragment uit een groot schilderij dat hemel en hel verbeeldt.


De volgende ochtend praten we lang met Mina en Habib over reizen. Zij fietsten al in Afrika, Zuidoost-Aziƫ, India en Nepal en nu Zuid-Amerika. Hun plan was om van Argentiniƫ naar Canada, en misschien zelfs Alaska te fietsen. Maar met Trump aan het roer wordt het waarschijnlijk onmogelijk om door de Verenigde Staten te reizen. Ze leggen uit dat ze voor elk land weken bezig zijn geweest om de benodigde visa te regelen. Wij krijgen bijna overal zonder problemen een visum on arrival. De wereld zit gek in elkaar.

Nadat we afscheid nemen van onze nieuwe helden, brengt Mina ons nog mandarijntjes voor in de trein. We bedanken haar en voelen ons meteen schuldig dat wij niets kunnen aanbieden. Het voelt alsof zij hun reis nog meer verdienen dan ons. (update: Habib en Mina zijn in december 2017 vanuit Braziliƫ teruggekeerd naar Iran. Hun droom om Canada te halen is helaas niet gelukt.)

De trein vertrekt keurig op tijd en binnen no time zijn we de stad uit. De Altiplano strekt zich voor ons uit. Net buiten Oruro schrikken we van de hoeveelheid zwerfafval. De plastic tasjes die achter planten blijven hangen zijn ontelbaar. Na een kwartier rijden wordt dat minder en rijden we dwars door een laagstaande plas water. In het water staan tientallen flamingo’s te grazen, ze rennen onhandig weg en stijgen op als de trein dichterbij komt. We geloven onze ogen niet. Flamingo’s? Hier? We genieten van het prachtige uitzicht totdat de zon langzaam ondergaat. In de late namiddagzon zien we soms al zoutkristallen glinsteren in het zand.

Echt flamingo's!

Quinoa in allerlei kleuren.

Volop genieten.

Een eenzame lama staat voor de resten van een boerderij. 

Zout? Of andere mineraalafzettingen?

Wat een treinrit.


In het pikkedonker komen we aan in Uyuni, de stad die grenst aan de grootste zoutvlakte ter wereld, de Salar de Uyuni. Het station is klein en ouderwets. Buiten het station staan antieke wagons. Het voelt alsof we terug in de tijd zijn gegaan. Pioniers, die hun geluk beproeven in het Wilde Westen. Alleen lijden wij niet aan goudkoorts, maar aan zoutkoorts. Benieuwd hoe het stadje er overdag uitziet.



Een korte docu over toenemende invloed van de Cholita middenklasse op mode en architectuur in Bolivia.

Kiki en Mathieu

Volg ons op onze reis rond de wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten