Bolivia: Sucre en Santa Cruz, twee compleet verschillende gezichten van Bolivia

Gad-ver-dam-me. Het einde van onze wereldreis komt met onze een-na-laatste bestemming Sucre steeds dichterbij. Gelukkig weet deze stad ons enorm te verrassen. Met de bus dalen we af van dik 4.000 meter naar 2.800 meter. Van kale woeste bergen komen we in een heuvelachtig en veel groener landschap terecht. Het grote stadscentrum van hoofdstad Sucre is in tegenstelling tot La Paz nauwelijks volgebouwd met moderne gebouwen. De stad is ook veel kleiner en ademt een laid back sfeer uit. Tegelijkertijd is het hier ook toeristischer. Veel backpackers blijven lang hangen in Sucre om Spaans te leren. Tijdens onze eerste avond eten we zelfs bitterballen, in een kroeg van een Nederlander.

Bijna zoals thuis.

Inpakken en naar Nederland verschepen por favor.

Een school met Snoopy als mascotte viert haar 75-jarige bestaan met een optocht.

We besluiten het rustig aan te doen in Sucre en volop te genieten. We verkennen de vele straatjes, doen boodschappen op de grote markt, kijken TV en werken aan de blog. Toch begint het na een dag luieren alweer te kriebelen. Mathieu boekt daarom een motortour door de heuvels om Sucre voor morgen, daarna gaan we te voet naar de centrale begraafplaats van Sucre.

Het kerkhof is enorm. Door een grote marmeren poort lopen we naar binnen. Aan het begin treffen we groteske mausolea aan onder eeuwenoude bomen. Er liggen vooral afstammelingen van Spanjaarden begraven. Sommigen zijn groot genoeg om in te wonen. De meeste mensen liggen ingemetseld in dezelfde soort gebouwen die we in La Paz zagen. De gebouwtjes lijken op archiefkasten. In rijen van 5 bij 30 plekken liggen de overledenen opgestapeld. Toch is elk graf op zijn eigen manier versierd. Geen grafsteen is hetzelfde en sommige graven zijn voorzien van een soort vitrine waarin foto’s en objecten staan tentoongesteld. Minibar formaat flesjes drank, een miniatuur auto of motor, kannetjes water. De rij met kindergraven komt hard aan. Veel speelgoed en babyfoto’s. Er is zelfs een tweeling begraven. We voelen ons gezegend dat we gezond zijn.

Coolste telefooncel ever.

Wel efficiƫnt.

Veel graven op het zuiden hebben een luifeltje.

Elk graf vertelt een verhaal.

Een van de mausolea.


De volgende dag staat Mathieu vroeg op om te gaan crossen. Bij het kantoor van Bolivia Offroad krijgt hij uitrusting aangemeten en daarna wordt hij met een taxi naar de garage van het bedrijf gereden, aan de rand van de stad. Daar staat gids Marcelo hem al op te wachten. Omdat Mathieu relatief lang is, mag hij op de motor van Marcelo rijden, een opgevoerde Honda XR250R. Da’s effe wennen. Na een paar rondjes oefenen op een grasveld scheurt het tweetal de stad uit.

Marcelo neemt Mathieu mee over stoffige zandweggetjes, losse grindpaden, dwars door riviertjes, over harde klei en door een klein dorp waar ze stoppen voor een hamburguesa. Marcelo is een interessante kerel. Hij werkte lang als sportcommentator op TV, ruilde zijn studie medicijnen in voor een opleiding als gids en wil als hij zijn diploma heeft door Zuid-Amerika reizen om op verschillende plekken stage te lopen. Hij heeft een interessante kijk op het leven en veel wijsheid voor zijn leeftijd. Na de pauze is het weer vol gas terug naar Sucre. De tour zit er veel te snel op en Mathieu is net als in Nepal verliefd geworden op de motor waarop hij gereden heeft. Het ding stroomt over van karakter.

In de achtergrond de Liggende Man bergketen. In het midden zie je het hoofd. Links het lichaam.

Custom XR250R. O.a. uitgeboord tot 300 cc en modernere vork.


Kiki maakt zich ondertussen flink zorgen. We hadden om drie uur afgesproken in een populair restaurant en Mathieu komt pas om vier uur aankakken. Tja, Zuid-Amerikaans kwartiertje. Mathieu krijgt van de manager van het restaurant op zijn kop, ‘CabrĆ³n, wie laat zijn vrouw zolang wachten?!’ We hebben allebei honger dus bestellen we flink. Daarna loopt Mathieu met een arm om Kiki heen terug naar het hostel.

We slapen een dag later flink uit en maken een stevig ontbijt. We ruimen op, pakken onze spullen in en rekenen af bij de schoonmaakster. We lopen naar de bushalte waar de minibusjes vertrekken die naar het vliegveld rijden. We hebben geluk en kunnen direct instappen in een busje dat al bijna vertrokken was. Onderweg heeft Mathieu alleen maar oog voor de honderden zandpaadjes om Sucre. Je zal hier maar wonen. Een offroad paradijs.

Het vliegveld is piepklein. Het gaat er heel relaxt en informeel aan toe. Als we willen kunnen we een vlucht eerder nemen naar Santa Cruz, onze laatste stop voordat we terugvliegen naar Nederland. Ja doe maar, waarom langer wachten. Alles hat ein Ende, nur die Wurst hat zwei.

De vlucht blijkt de kortste van de hele reis. De stewardessen hebben net genoeg tijd om Ć©Ć©n kop koffie te serveren. Vanuit het vliegtuig zien we weer het landschap drastisch veranderen. De bergen maken plaats voor een landschap dat zo plat als een dubbeltje is. Ook is het er hartstikke groen. Als het goed is gaan we een paar warme dagen tegemoet.

Daar gaan we weer!

Plat, nat en groen.

Narcos achtige taferelen.


Santa Cruz geldt als de grootste en meest moderne stad van Bolivia. En dat zie je eraan af. Het piepkleine oude centrum is ingekapseld door moderne buitenwijken met een Westerse uitstraling. Van de Aymara en Quechua cultuur is hier niets te merken. Ook is er heel veel verkeer. Ons hotel ligt aan de rand van het oude centrum, vlakbij een druk busstation. De vaak krakkemikkige busjes braken zwarte wolken uitlaatgas uit. Zelfs diep in het hotel ruik je de geur nog.

Onze kamer is aftands. De badkamer is groezelig, de verf krult van de muren af, spinnenwebben en de airco maakt kabaal. Toch is het goed dat we weer eens een gare kamer hebben, Kiki’s voormalige werkgever heeft ons een vijfsterren overnachting cadeau gedaan voor onze allerlaatste nacht op reis. Nog even afzien dus en dan genieten.

Almuerzo ejectivo: soep, een hoofdgerecht naar keuze, saladebuffet en een drankje. Voor € 2,50.


In de buurt vinden we een simpel restaurant waar we stevig lunchen, het eten is hier anders en doet ons aan Colombia denken. Daarna lopen we een rondje door het oude centrum. Onder de indruk zijn we niet. Veel gebouwen zijn slecht onderhouden en het drukke verkeer maakt de sfeer er niet beter op. Het museum voor moderne kunst is omgetoverd tot een commandocentrum voor de organisatie van een theaterfestival. We lopen zo naar binnen, bekijken de beelden in de tuin en prachtige fresco’s die onlangs ontdekt zijn onder een dikke laag kalk. Via de weinig boeiende markthal lopen we terug naar het hotel. We sluiten ons op, kijken TV en gaan pas ’s avonds weer naar buiten om wat te eten aan het plaza.

De kathedraal aan het plaza.

Het stadhuis aan het Plaza.

Een deel van de fresco die ontdekt is.

Kerkie.


De volgende dag wordt Mathieu pas om half 11 wakker. Herstellen van de motortocht waarschijnlijk. Een restaurant vinden waar we kunnen lunchen blijkt lastig. Het is zondag en bijna alles is dicht. We lopen in een half uur naar de andere kant van de stad, in de hoop dat het restaurant El Ajibe open is. Het restaurant heeft goede beoordelingen en bereidt vergeten recepten, vaak meer dan honderd jaar oud. Dat moeten we natuurlijk proberen.

We hebben geluk, het restaurant is open. De zaak is gevestigd in een koloniaal pand met binnenplaats en is ingericht met allerlei antiek. Het is echt alsof we terug in de tijd gaan. Op de menukaart staat nauwelijks uitleg over de gerechten, dus raadplegen we de ober. We nemen pindasoep vooraf en daarna gebakken rijst met pulled beef jerkey en een taartpunt gestoofd rundvlees. Het eten smaakt fenomenaal goed. Wat zijn we blij dat we deze tent hebben gevonden. Dit redt Santa Cruz.

Fan-tas-tisch!

De binnenplaats van El Ajibe.


Op de terugweg lopen we langs het Cosmopolitano hotel. Even spieken waar we onze laatste nacht doorbrengen. Het kleine boetiekhotel ziet er veelbelovend uit. Gloedjenieuw en modern ingericht. Nog Ć©Ć©n nachtje slapen en dan verhuizen we. Ook stoppen we bij de kathedraal. Op het plein achter de kerk is een markt gaande. Vooral ambachtslui verkopen hun waar. Toch kopen we niks, we hebben genoeg souvenirs. De rest van de dag kijken we TV in bed en lezen we. Ook leggen we contact met Nederland. Er blijken al plannen te zijn voor een welkom. We zijn benieuwd. Raar om straks weer iedereen te zien.

De volgende dag checken we in bij het Cosmopolitano. De foyer is prachtig ingericht met design meubilair en lampen. Er draait relaxte muziek en we worden vriendelijk welkom geheten door een jongen die perfect Engels spreekt. We zijn aan de vroege kant en moeten even wachten tot onze kamer klaar is. De jongen biedt ons koffie aan. Zulke lekkere koffie hebben we nog niet gehad in Bolivia.

Onze kamer is een droom die uitkomt. Ruim, licht, een gigantisch bed, TV, airco, een bad en alles is zo goed als nieuw en brandschoon. We zijn opgewonden als kleine kinderen met nieuw speelgoed. We komen alleen nog buiten om een kaart op de post te doen en om weer uit eten te gaan bij El Ajibe. Dit keer nemen we allebei een ovenschotel en biertjes erbij, op onze allerlaatste avond. We zijn dolgelukkig en zo ontzettend dankbaar. We beseffen nog niet dat het morgen allemaal ophoudt en we terugvliegen naar Nederland. Misschien is dat ook beter zo. Gewoon ontkennen totdat het echt zover is.

#DuLeven


We slapen heerlijk in ons enorme bed. Het ontbijt is misschien wel het beste ontbijt dat we ooit in een hotel hebben gehad. Verse fruitsalades, verschillende zoete broodjes, yoghurt met verschillende soorten granola, onbeperkte hoeveelheden heerlijke koffie. Een meisje maakt alles vers voor ons klaar. Wat een verwennerij. We proberen alles en eten tot we niet meer kunnen. We bedanken het meisje voor haar goede zorgen. Daarna gaan we allebei in bad Ć©n douchen we ons. Zo schoon zijn we nog nooit geweest.

Betrapt!


Daarna begint de realiteit in te zinken. We pakken voor de laatste keer onze tassen in en worden er wat sentimenteel van. Shit. This is it. Mathieu plaatst een bericht op facebook dat de wereldreis erop zit. Een vriend reageert dat de reis pas net begint. Zo rooskleurig kunnen wij het op dit moment niet inzien.

Voor de derde keer togen we naar El AJibe. Na weer een perfecte maaltijd kopen we nog wat snoepjes en een flesje alcohol dat de mijnwerkers zo graag drinken in een avondwinkel. In het hotel halen we onze bagage op en we bedanken de jongen die ons eerder welkom heette. Wat hebben we genoten van onze overnachting. Een taxi slaan we af, we pakken liever nog Ć©Ć©n keer de bus naar het vliegveld.

Kiki en Mathieu

Volg ons op onze reis rond de wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten