Colombia deel 2: Witte stad, moordstad en lange waspalmen

San Augustin ruilen we in voor Popayan, ook bekend als de Witte Stad. Het historische centrum is inderdaad grotendeels witgeverfd. Het zou een van de mooiste steden van Colombia moeten zijn, met prachtige koloniale gebouwen, maar wij zien de schoonheid niet direct.

Het centrale plein van Popayan.

Niet wit wel mooi.


We schrijven ons in voor een fietstocht. Met een minibus worden we bij een thermaalbad in de bergen afgezet, daar vandaan fietsen we terug naar het hostel. Dertig kilometer bergaf. Easy. Het voelt wat gek om te beginnen met een bad in de verschillende hotsprings, het zou lekkerder zijn om na het fietsen te badderen, dan heb je het echt verdiend. Desalniettemin proberen we elk bad.

Van top tot teen ontspannen stappen we op de fiets. Meteen een lange afdaling naar het dorp Coconuco, waar we stoppen bij de bakker om wat te eten. Zodra we binnen zijn begint het te regenen. En hard ook. Hier zijn we helemaal niet op voorbereid, het zou mooi weer worden, zonneschijn, een beetje wind in de rug alstublieft. We kijken het weer aan maar het wordt niet beter. In onze korte broek en T-shirts hebben we het nu al koud. Na twee uur belt Mathieu het hostel, de schoonmaakster neemt op, in steenkolen Spaans legt Mathieu uit dat we opgepikt willen worden. Een uur later komt het busje van seƱor Henry in zicht. We stappen in de bezemwagen en laten ons terug rijden. Meh. Lekker avontuurlijk dit.

De verschillende baden op een rij.

Psychedelische muurschildering.

Omringd door groene heuvels.

Bwuh.

Het plein van Coconuco.


Volgende stop is Cali, de gevaarlijkste stad van Colombia. Mensen worden op klaarlichte dag beroofd, per dag worden er zo’n vier mensen vermoord, pas op voor kidnappings, narcos – we zijn een tikkeltje zenuwachtig als we uit de bus stappen. De taxichauffeur die ons naar ons hostel rijdt, stelt ons gerust en vertelt onderweg trots over zijn stad. De wijk waar we verblijven is ongevaarlijk, op het gemak gaan we uit lunchen.

Zondagochtend verkennen we te voet de wijken Los Libertadores en San Antonio. We zien de stad langzaam wakker worden, her en der horen we al salsa muziek, want ook dat is Cali. San Antonio blijkt een kleurrijke, artistieke wijk met veel theaters en street-art. Het museum over goud is gesloten dus zigzaggen we door dezelfde twee buurten terug naar het hostel. We lunchen met locals, almuerzo ejectivo, oftewel een vast lunchmenu, stevige soep vooraf en daarna een flink bord rijst met bruine bonen, gebakken banaan en een kippenbout.

Almuerzo ejectivo.


Ook al weet Cali ons te verrassen, we gaan verder. We willen nog zoveel zien en doen. Salento is de volgende plaats waar we naartoe bussen. Dit kleine dorp is omringd door steile groene heuvels, die veelal zijn beplant met koffiestruiken. In het dorp zijn de koloniale huizen beschilderd in felle kleuren. Caballeros komen hier aan het eind van de dag een potje biljart spelen.

Een van de koloniale gebouwen in Salento.

Mooi ventje.

Babyblauw Ć©n -roze.

Vanaf het uitkijkpunt net buiten het dorp.

Een groot deel van Salento.


Ons hostel is nog in aanbouw. Terwijl we wachten totdat onze kamer wordt schoongemaakt raken we aan de praat met de eigenaar. Hij vertelt over de vogeltjes die zijn voederplaats bezoeken. Echte kanaries, de knalgele, en nepkanaries. Als hij vraagt of wij ook een mascota hebben, antwoordt Mathieu een leeuw. Verbaasd kijkt de man ons aan. Blijkt dat mascota Spaans is voor huisdier. Nee, we hebben geen leeuw als huisdier.

De volgende dag lopen we de heuvels in, voor een rondleiding op de kleine  koffieplantage van Don Elias. Zijn zoon John laat ons de boerderij zien. De familie verbouwt twee soorten koffie, Arabica voor de smaak, Colombiano voor de betere kwantiteit bonen. De bonen worden zes weken in de zon gedroogd en daarna twee uur langzaam geroosterd. Dan met de hand malen et voilĆ , verse koffie van het land. Hij trakteert ons op een kopje espresso en ja, dat smaakt verdomde goed. Mathieu koopt een pak koffie, we bedanken John en spelen nog een paar potjes ringwerpen.

Weelderige natuur.

Een kleine finca.

Samen met John de velden in.

Een verse, rauwe koffieboon.

Tussen de struiken staan veel andere plantsoorten, zoals bakbanaan.

Machine om de pit van de schil te scheiden.

Doel is om de ring in de mond van de kikker te gooien.

Schitterende omgeving.


Achterop een oude Willy’s Jeep rijden we een dag later het dorp uit, naar het begin van het Los Nevados natuurpark. We komen hier om de langste palmbomen ter wereld te zien. We kiezen ervoor niet direct naar de palmen te lopen, maar met een omweg door het bos. We lopen eerst door weilanden, de paarden waarmee tochtjes worden gereden, hebben diepe paden uitgesleten. We steken een paar keer een rivier over, met behulp van gammele bruggen en dan gaat het al snel steil omhoog. We klimmen en klimmen en het pad wordt alleen maar steiler. Na zo’n twee uur stijgen vragen we ons af of we wel goed gaan. Een wandelaar die ons tegemoet komt heeft een gedetailleerde kaart en bevestigt ons vermoeden, we hebben onze afslag gemist.

We rusten uit en eten wat. Daarna dalen we af naar het punt waar we hadden moeten afslaan. Dezelfde wandelaar die ons net hielp zit er gehurkt een kom eten naar binnen te werken. Er staat geen bord, niks. De klim naar de finca La MontaƱa stelt na de tocht van zonet niks voor. Bij deze boerderij kopen we een colaatje en genieten van het uitzicht. Daarna is het heuvelaf naar de vallei waar de palmen staan. Sommige van deze waspalmen zijn wel zestig meter hoog. Jammer genoeg is deze nationale boom met uitsterven bedreigd, zoals veel meer flora en fauna in het Andes gebergte.

Prima brug.

Eindeloos groen, met wat lage palmen in de achtergrond.

Spannend hoor!

Belachelijk steil.

Knoeperd van een berg.

Het uitzicht net buiten finca La MontaƱa.

De vallei waar de meeste waspalmen bij elkaar staan.

Even de schaal weergeven.


Terug in het dorp stappen we meteen het eerste restaurant binnen dat we zien. We bestellen flinke porties eten, we hebben flinke trek van de wandeling. Op TV staat de wedstrijd Real Madrid – Napoli aan. Als we teruglopen naar het hostel zien we dat in de biljarthal de wedstrijd ook aanstaat. Caballero’s en toeristen kijken samen gespannen naar de TV. Wij geloven de wedstrijd wel, eerst douchen.

Een welverdiende maaltijd.


Kiki en Mathieu

Volg ons op onze reis rond de wereld.

1 opmerking: