De taxichauffeur kijkt ons raar aan als we hem buiten de busterminal van Medellín vertellen dat we in downtown Medellín afgezet willen worden. Hij vraagt wel drie keer om het adres. Hmm. De rit duurt zo’n twintig minuten en als de chauffeur ons hostel niet kan vinden, zet hij ons op een drukke doorgaande straat eruit. Het is donker, druk op straat en ook hier kijken mensen ons raar aan, alsof we hier niks te zoeken hebben. Het voelt onveilig.
Het hostel zit verstopt achter een deur van ijzeren tralies. Mooi oud pand, versierd met grote schilderijen en muurschilderingen. Een Franse vrijwilligster laat ons onze kamer zien. Het ruikt er naar wiet. Even later wordt duidelijk waarom. In de rookruimte die aan onze kamer grenst zit een groep
crusty backpackers flink te stomen. Het is dus zo’n hostel. Als ik de jongen achter de balie vraag om een slot voor onze kamer, kijkt hij me woest aan; sloten, daar doen we hier niet aan.
|
Het park bij Casa de la Memoria. |
De volgende dag schijnt de zon en verkennen we te voet het oude centrum van deze broeierige stad. In het museum Casa de la Memoria komen we meer te weten over het complexe conflict dat Colombia meer dan vijftig jaar lang verscheurde. De strijd om macht, land, betere rechten voor de arme bevolking van Colombia en de controle over de cocaïnehandel kostte duizenden mensen het leven, nog meer mensen moesten noodgedwongen verhuizen en raakten zo alles kwijt. Jaren van kidnappings, massa executies en bomaanslagen. In het museum wordt de schaal van het conflict aan de hand van interactieve installaties, video interviews met daders en slachtoffers en interpretaties van ontwerpers en kunstenaars goed duidelijk.
|
Gestencilde muurschildering die de diversiteit van Colombia laat zien. |
|
Deze beschilderde takjes beelden de inheemse bevolkingsgroepen uit die moesten verhuizen. |
|
Draaibare fotoblokken zetten daders en slachtoffers naast elkaar. |
Op het Plaza Bolivar drinken we een vers fruitsapje en bekijken we de kathedraal vluchtig. We kunnen niet naar binnen, de kerk zit potdicht. Door naar het Plaza Botero, vernoemd naar de bekendste kunstenaar van Colombia, Fernando Botero. Hier staan een stuk of tien van zijn grote, bronzen sculpturen. Een man te paard, een vrouw in klederdracht, een gigantisch hoofd en meer opgeblazen figuren. Het zwart-wit geblokte Palacio de la Cultura heeft ook iets komisch, het is een van de mooiste gebouwen die we tot nu toe in Colombia hebben gezien.
|
De bescheiden kathedraal aan Plaza Bolivar. |
|
Het drukke Plaza Botero. |
|
Romeinse soldaat en daarachter het Palacio de la Cultura. |
Aan het plein ligt het Antioquia museum, voor een groot deel gevuld met werk van Botero en werk van andere kunstenaars, door Botero aan het museum geschonken. Ook hier aandacht voor het Colombiaanse conflict, in een grote zaal zijn persoonlijke bezitting van slachtoffers in blokken hars vereeuwigd. Het gelige hars heeft veel van de objecten op een akelige manier verkleurd.
|
Een van de vele moderne schilderwerken geschonken door Botero. |
|
In het museum veel werken van Botero over stierenvechten. |
|
En die andere beroemde inwoner van Medellín. |
|
In een zaal vonden we deze bijzondere foto van pas bekeerde inheemse meisjes. |
|
Mathieu speelt het portret van Botero's zoon Pedrito na. |
|
Een van de twee binnenplaatsen. |
|
De zaal vol vereeuwigde persoonlijke bezittingen van slachtoffers van het conflict. |
Die nacht doen we geen oog dicht. Een van de jongens die zijn dagen in het hostel blowend en drinkend doorbrengt, kotst, schreeuwt en jankt zo’n twee uur aan een stuk zijn liefdesverdriet eruit op de gemeenschappelijke wc vlakbij onze kamer. Het ene moment ergeren we ons rot, het andere maken we ons zorgen dat hij stikt in zijn eigen kots. De Franse vrijwilligster vertelt ’s ochtends dat zijn vriendin hem een week geleden in de steek gelaten heeft en dat hij daarom elke dag naar de fles grijpt.
Door de korte nacht en maagklachten zijn we wat lusteloos. We besluiten binnen te blijven en aan de blog te werken. We lunchen voorzichtig bij buurtrestaurant Salon Versalles, groentesoep en heerlijke empanadas. De kathedraal is nu wel open, we glippen naar binnen en nemen snel een kijkje. Voor een Katholieke kerk is de inrichting sober. Kaal baksteen met enkel kleine afbeeldingen van de lijdensweg van Jezus aan de muur. Toch, de moderne glas-in-lood ruiten zijn adembenemend mooi.
Na nog een nacht geluidsoverlast zijn we blij om uit te checken. We ruilen het drukke centrum van Medellín in voor de rust van het kleine dorp Guatapé. Online vonden we een gloednieuw hostel net buiten het dorp, met uitzicht op de grootste attractie van het dorp, la Piedra del Peñol, een rots van 385 meter hoog, met uitzicht over de waterrijke regio. In alle rust maken we de blogposts over Portland af, voordat we het dorp inlopen om te gaan avondeten. Het dorp is populair onder inwoners van Medellín, het is zondagavond en de laatste dagjesmensen pakken de bus terug naar de grote stad. Ook Pablo Escobar kwam hier voor zijn ontspanning, hij bouwde in de buurt zijn
finca. De exotische dieren die hij er hield kun je nog steeds zien in de lokale dierentuin.
|
Ook hier tuktuks? |
|
Het uitzicht vanaf het terras van het hostel. |
|
De grote kerk van Guatapé. |
De volgende dag neemt een van de jongens die in het hostel werken ons mee naar een waterval in de buurt. We lopen door weides, langs een forelfokkerij de jungle in en klauteren over glibberige rotsen naar een klein stukje paradijs. De chichuahua van het hostel volgt bibberend en blaffend de commando’s van de jongen op en loopt met ons op. Verstopt tussen tropische bomen ligt inderdaad een aardige poel water. Het heldere water wordt aangevoerd uit de bergen en is ijskoud. Onze gids aarzelt geen moment en springt direct de poel in. Wij houden het bij pootjebaden.
|
Blancas in het bos. |
|
De bescheiden waterval, midden in de jungle. |
|
Toch flink klauteren. |
Weer lopen we het dorp in, we zigzaggen door de kleurrijke straten naar het plaza waar we een tuktuk pakken naar de voet van de piedra. De chauffeur wilt weten wat 10.000 is in het Engels, zodat hij toeristen kan uitleggen wat het ritje naar de monoliet kost. Het kost ons 740 traptreden om bij het uitkijkpunt bovenop de rots uit te komen, maar de stevige klim is het waard. Vanaf de rots zien we pas goed hoeveel heuvels er deels onder water zijn komen te staan door de bouw van een dam. Ook genieten we van de bonte verzameling mensen om ons heen. Bodybuilders, panterpakjes, go pro bro’s, selfie addicts, een kind dat zijn been al over de rand heeft geslagen voordat zijn moeder hem terugfluit.
|
Elk kleurrijk huis heeft een bijzondere sierrand... |
|
De afbeeldingen vertellen vaak iets over de inwoners van het huis. |
|
Twee trappen, een voor klimmers, de ander voor dalers. |
|
Water tot aan de horizon. |
Terug in Guatapé drinken we op een plein met bontgekleurde trappen een biertje. Gek genoeg lijkt het onze onrustige buiken wat te kalmeren. We eten forel met friet aan de boulevard en lopen in de late schemer terug naar het hostel. Vlak voor ons hostel is het pikkedonker, in de weilanden aan beide kanten van de weg wemelt het van de vuurvliegjes. Net zwevend led-lampjes die aan en uit flikkeren. Een magisch gezicht.
|
Het plein met live muziek en ijskoud bier. |
|
Nog zo'n bijzonder huis. |
Een dag later pakken we om elf uur de bus naar Medellín. Ja, we gaan terug. We moeten terug want we vliegen morgen van Medellín naar Cartagena. Maar, dit keer hebben we een hostel gevonden in de buurt Poblado. En dat is me een verschil met downtown. Het is er minder druk op en de buurt stikt van de moderne restaurants, cafés, clubs en winkeltjes. Dit is veel meer onze stijl. Minder authentiek misschien, maar fijn om ook deze kant van de stad te zien. ’s Avonds eten we heerlijke hamburgers en gaan we naar de film in een groot winkelcentrum, even moeten we denken aan de shopping malls in steden als Kuala Lumpur en Jakarta. We gaan voor La La Land en ook al houden we niet van musicals, het blijkt een prachtige film. In het donker lopen we terug naar het hostel. Hier voelen we ons allesbehalve onveilig.
|
Grote mural in Poblado. |
|
Tegel game on point. |
Voordat we de volgende dag het vliegtuig pakken naar Cartagena, pakken we de metro naar eindhalte San Javier. Op dit station stappen we over op misschien wel het meest bijzondere grootstedelijke vervoersmiddel van onze hele reis. Een skilift die ons hoog boven de voorheen moeilijk te bereiken buitenwijken van Medellín voert. Wat een geweldige zet van de stad. Stilletjes zoeven we over de daken van eenvoudige huisjes, tot aan de top van een van de heuvels die Medellín omringen.
We blijven zitten en keren terug naar het metrostation. Met een
colectivo rijden we de buurt Comuna 13 in. Deze buurt werd voor kort gerund door criminelen en drugskartels. Voor toeristen was dit off limits. Maar ook hier is de stad creatief geweest. Men heeft de wijk opgeruimd en er een reeks roltrappen aangelegd, die de
barrio die tegen een steile heuvel is aangebouwd toegankelijker maakt. Het voelt wat ongemakkelijk om de roltrap te nemen middenin een woonwijk, maar we zijn razendsnel boven. Boven wordt druk gebouwd aan een soort boulevard waar nu de eerste paar honderd meter klaar van is. Veel muurschilderingen hier en een wijds uitzicht over de hele stad. Veel tijd hebben we niet om te genieten van het
vista bonita, we’ve got a plane to catch!
|
Zweven boven de barrio. |
|
Gekkigheid. |
|
Verwacht je toch niet?! |
|
Overal muurschilderingen. |
|
Een artiest aan het werk. |
|
Uitzichtje hoor. |
|
De boulevard waaraan gewerkt wordt. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten