Mexico deel 1: Paprika chips, tempels en verrassende natuur.

Onze vlucht naar Mexico-Stad verloopt zonder problemen. We hebben Ć©Ć©n overstap in Las Vegas, de stad waar we vier jaar geleden met elkaar ‘trouwden’ in the Little White Wedding Chapel. Goede herinneringen dus, als we de The Strip vanuit het vliegtuig in de woestijn zien opdoemen. De vlucht van Henk en Rieky, de ouders van Mathieu, verloopt daarentegen desastreus. Zij hebben vandaag alle pech van de wereld. Ze missen hun overstap in Houston door vertraging, hun tweede vlucht loopt ook vertraging op en als wij hen eindelijk voor het eerst zien achter de schuifdeuren van de aankomsthal, mogen ze ook nog hun koffer openmaken voor controle. Als zij ons zien, licht hun gezicht op. De frustratie en vermoeidheid maakt plaats voor opluchting. We vallen elkaar in de armen, geweldig om elkaar weer te zien.

Lekker officieel.

Eindelijk zijn ze er!


Met een taxi racen we door downtown Mexico-Stad. Het is al na middernacht en de straten zijn zo goed als verlaten, op enkele politieauto’s, prostituees en tacoverkopers na. De chauffeur heeft haast en negeert stoplicht na stoplicht. Altijd spannend om in het donker aan te komen. Er is nog leven in ons hotel. We checken in en voeren in de lift een krakkemikkig gesprek over voetbal met de loopjongen. Onze kamers liggen naast elkaar. Op de kamer van Henk en Rieky doen we Sinterklaas dunnetjes over. We krijgen alsnog een gedicht, nieuwe sokken, pepernoten, een wig kaas en een zak paprikachips. Wat een heerlijke verrassing. Na een uur bijpraten gaan we naar bed.
In het daglicht blijkt onze wijk levendig, kleurrijk en allesbehalve onveilig. Te voet trekken we erop uit. Bij veel eetkraampjes worden we vriendelijk aangesproken, veel grote pannen met hompen vlees. We zijn nieuwsgierig, maar terughoudend. We laten Henk en Rieky rustig wennen aan onze obsessie met eten. We ontbijten aan het Plaza de la Republica, in een soort buurtrestaurant. Ei met een lap vlees en refried beans natuurlijk.

Censuur of kunstzinnige ingreep?

Lange benen zit in de familie.


We lopen verder, via het park Alameda Central naar het Palacio de Bellas Artes en verder het oude centrum in. Op straat zien we veel orgelspelers. Vermoeid draaien ze aan hun kleine orgels die rusten op Ć©Ć©n houten poot. De muziek die ze produceren klinkt als hun laatste adem.

Op het centrale plein Zoncolo bezoeken we de kathedraal. Van buiten is deze kerk niet eens zo indrukwekkend, van binnen wordt pas duidelijk hoe groot en vooral diep de kolos is. Het orgel is gigantisch, het hoofdaltaar lijkt wel uit Ć©Ć©n brok goud gehakt. Zelfs het baby’tje Jezus in de kerststal is larger than life. In een restaurant met uitzicht op de kerk eten we voor het eerst tacos – het hek is van de dam.

La Catedral.

Orgel kieken. En check die outfits van de Wijzen uit het Oosten!

Big baby Jesus.

Yes! Fish tacos!


Zigzaggend verkennen we de volkswijk achter het Zoncolo, hier wordt alles verkocht wat de wereld te bieden heeft. En hier wordt meer vereerd dan alleen Jezus en de maagd Maria. Per ongeluk komen we uit bij de ruĆÆnes van Azteekse tempels waarop de Spanjaarden Mexico-Stad bouwden. Toch gaan we niet naar binnen, er komen nog genoeg andere ruĆÆnes. Genoeg gezien voor vandaag.

Maria has seen beter days.

Mixtapes op, ja echt, cassette tape.

De Spanjaarden bouwden gewoon over de tempels heen.


Op dag twee lopen we westwaarts naar het Bosque de Chapultepec, de groene long van Mexico-Stad. Het park is enorm, een oase van rust. Buiten raast het verkeer voorbij. Het weer is prachtig, wat een genot na de kou en sneeuw van Portland. Voor we het Museum voor Moderne Kunst bezoeken, bekijken we de grote verzamelingen sculpturen in de beeldentuin van het museum. We speculeren over welk werk het mooist zou staan in de tuin van Henk en Rieky. De eekhoorns trekken zich weinig aan van de kunst, zij springen druk van boom naar boom.

De entree van het Bosque.

Gaaf meubilair van Don S. Shoemaker.

Overzichtstentoonstelling Kazuya Sakai.

Zaal vol werk van verschillende kunstenaars, thema: monsters.


Na een koffie-met-taart-stop trekken we verder, op naar museum twee van vandaag: het immense Antropologiemuseum. In dit museum zijn de belangrijkste archeologische vondsten uit heel Mexico ondergebracht. Maar liefst elf zalen vol. Op de tweede verdieping zijn hele dorpen van inheemse bevolkingsgroepen uit Mexico nagebouwd. We zien er hoe mensen wonen, werken, hun eigen draai aan het Katholieke geloof hebben gegeven, hoe men feestviert, trouwt en hoe men zich kleedt. De hoeveelheid objecten die zijn tentoongesteld, is duizelingwekkend.

Lijp.

OK, echt lijp.

Een van vele nagebouwde hutten en huisjes.

Pre-Colombiaans stripboek.

Prachtig beeld dat uit verschillende onderdelen bestaat.

Verschillende aardewerken beeldjes.


’s Avonds, nadat we in het hotel zijn bijgekomen, pakken we een Uber (hoezee moderne technologie) naar het Plaza Garibaldi, het plein waar je Mariachis kunt betalen om voor jou en je lief een liedje te spelen. Het is een doordeweekse dag, de muzikanten in hun prachtige kostuums hebben weinig te doen. De muziek die ze spelen doet Kiki denken aan Vasteloavond.

De volgende dag nemen we afscheid van Mexico Stad. Zonde, want wat een stad! Maar ook gaaf, want vandaag begint onze road trip pas echt. We pikken onze huurauto op en rijden de stad uit. Mathieu neemt als eerste plaats achter het stuur. Gek, nu zit het stuur weer aan de linkerkant. Het verkeer valt gelukkig mee; het gaat kris kras door elkaar, maar iedereen is geduldig. Tranquillo amigo.

On the road again.

Stoppen zodat Henk de opgetaste maĆÆsplanten kan bekijken.

IztaccĆ­huatl, zonder gebruikelijke besneeuwde top. 

PopocatĆ©petl, zichtbaar actief. 


Het duurt meer dan een uur voordat we de stad uit zijn. Er lijkt geen eind aan te komen. Eenmaal uit de stad zien we pas goed dat Mexico Stad omringd is door hoge bergen. Gek genoeg dachten we dat heel Mexico ƩƩn grote woestijn zou zijn, zo plat als een dubbeltje. Al snel verlaten we de snelweg, over een bochtige bergweg klimmen we naar het bergstation waar je uitzicht hebt op de vulkanen PopocatƩpetl (5.426 meter!) en Iztaccƭhuatl (5.230 meter!). Een politieagent legt uit dat hier normaal een pak sneeuw zou moeten liggen, door het broeikaseffect valt hier al een paar jaar geen sneeuw meer. En net zoals in Tibet, Nepal en Nieuw-Zeeland, worden ook hier de gletsjers elk jaar kleiner.

De agent vertelt ons ook dat de route die Google ons heeft voorgesteld niet bestaat. De asfaltweg vlak langs PopocatĆ©petl is al jaren afgesloten omdat de vulkaan actief is. Om in Puebla te komen nemen we een zandweg die bezaaid ligt met stenen. Hoppa, avontuur! Zo’n anderhalf uur later bereiken we de verharde weg naar Puebla, we stoppen en kijken nog Ć©Ć©n keer goed naar PopocatĆ©petl die nu pas echt goed zichtbaar is. Het blijft oppassen onderweg, een collega van Henk waarschuwde hem al voor de gemene drempels en hij heeft niet gelogen.

Puebla is onze eerste kennismaking met een middelgrote Mexicaanse stad. Een parkeerplaats vinden is de hel, maar het oude centrum is verder prachtig. De koloniale gebouwen zijn in felle kleuren geverfd, ook zijn veel gebouwen van top tot teen betegeld, zoals je ook ziet in Sevilla. Ook hier is het Zoncolo the place (of plaza) to be. Het is vrijdagavond, stelletjes lopen hand in hand, kinderen rennen rond, schoenpoetsers en ballonnenverkopers leuren met hun waar.

Een van de chiquere straten van Puebla.

Prachtige sierrand in het artistieke kwartier.

Fraai betegelde gevels.


Voordat we de volgende dag verder rijden, verkennen we het deel van Puebla waar veel kunstenaars wonen. De straten staan hier niet haaks op elkaar maar kronkelen meer, de huizen zijn nog kleurrijker, op elk pleintje wordt een ander soort markt opgebouwd. Altijd gaaf om een stad wakker te zien worden.

De weg naar Oaxaca is spectaculair. Weer moeten we een aantal flinke bergen over, bergen waar niets lijkt te groeien behalve tekenfilmcactussen. Het doet ons denken aan onze roadtrip door Noord-Amerika van een paar jaar geleden, maar dan nog woester. Dit hadden we helemaal niet verwacht.

Leegte.

Honderden cactussen groeien kaarsrecht omhoog.

In Oaxaca overnachten we in een typisch koloniaal pand. Aan de straat zie je alleen een grote poort, eenmaal binnen word je verrast door de grote binnenplaats waaraan de kamers liggen. Na een middag kerkenkijken en door oude straten slenteren sluiten we de dag af met reuze Micheladas (soort Bloody Mary biercocktail) en tlayudas (soort Mexicaanse Turkse pizza). Mathieu laat zich verrassen en kiest de specialiteit van het huis, het blijkt een tlayuda met geroosterde sprinkhaan te zijn.

Gezellie.

Tegel inspiratie voor ons nieuwe huis (ooit).

Salud!


Net buiten de stad ligt Monte Alban, ooit de hoofdstad van het Zapotec volk. Al in 600 voor Christus werd er met de bouw van de stad begonnen. Vanaf de heuvel kijk je uit over de hele vallei waar nu Oaxaca ligt. Het complex van piramides, tempels, tombes en woningen is imposant. Er is Ć©Ć©n bouwwerk in een H-vorm dat werd gebruikt voor een soort antiek basketbal. Het spel werd gespeeld om onderlinge geschillen uit te vechten. Op een aantal reliĆ«fs is te zien wat er met gevangengenomen vijanden werd gedaan, gecastreerd, hun bloed bewaard voor vruchtbaarheidsrituelen. Een zonnewijzer van zo’n drie meter hoog geeft nog steeds exact het midden van de dag aan.

’s Middags gaan we in Oaxaca op zoek naar een authentieke maaltijd in de centrale markthal. Het is zondag, dus veel kramen zijn gesloten. Toch vinden we achterin de hal een aantal comedors, eenvoudige eettentjes. EĆ©n zo’n zaak wordt bestierd door een onweerstaanbare oma, voor we het weten zitten we bij haar aan tafel en bestellen we een portie mole negro con arroz met een biertje erbij. Wat hebben we al veel van Mexico gezien in slechts vijf dagen.

Een fractie van Monte Alban.

Een van de piramides, gedeeltelijk gerestaureerd.

Snip snip.

Meer gebouwen, verstopt tussen de bomen.

Mens-dierfiguren in het kleine museum.

Kiki en Mathieu

Volg ons op onze reis rond de wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten