Mexico deel 2: Road blocks, Parachicos en Indigenas

Onderweg naar Tehuantepec stoppen we in de kleine plaats Santa Maria del Tule. Het stoffige dorp heeft slechts Ć©Ć©n trekpleister, de dikste boom ter wereld. De cipres, met een omtrek van 36,2 en een diameter van 11,6 meter, staat pal voor de kerk op het centrale plein. In de stam van de boom zijn verschillende figuren te zien, een leeuw, een krokodil en een olifant. Honderden vogeltjes vliegen af en aan, dit is hun centrale marktplein.

Flinke cipres. 
Massive.

We rijden verder, weer de bergen in. Het landschap is nog ruiger, droger dan voor Oaxaca. We stoppen om het uitzicht over een reeks bergtoppen in ons op te nemen. Een klein vrouwtje komt ons tegemoet gelopen. Ze vervloekt alles om zich heen, de puta madre voor alles, maar lijkt ons niet op te merken. Ze loopt langs de auto en klimt verder omhoog.

De puta madre wat een uitzicht.

Kaarsrechte cactussen domineren het landschap.



Vlak voor Tehuantepec stoppen we voor lunch. In een klein restaurant langs de weg eten we misschien wel de beste taco’s van de hele reis. In een enorme pan is een groot stuk varkensvlees mals gestoofd. Dat op een tortilla met wat vloeibare guacamole, ingemaakte ui en citroensap – hemel. Weer opgeladen lopen we meteen een rondje over de lokale markt. De marktlui zijn wat gesloten, maar zodra je ze in het Spaans begroet, worden ze wakker. Die middag doen we niks. We genieten van het zwembad in de enorme tuin van het hotel. Een bruid wordt er op de foto gezet, maar waar is haar toekomstige echtgenoot?

Hemel op een bord.

Afkoelen geblazen.


Een dag later rijden we verder. Het plan is om met een speedboot de Sumidero kloof in te varen, maar helaas, we zijn te laat en kunnen niet meer mee met de laatste rondvaart. Niet erg, want in Chiapa de Corzo, de stad waar de boten vertrekken, vindt het grootste feest van het jaar plaats, het Fiesta Grande de Enero. Een week lang worden er heiligen geĆ«erd, historische gebeurtenissen herdacht en vooral feestgevierd. Vrouwen trekken hun mooiste jurken aan en mannen verkleden zich als vrouwen Ć³f Parachicos en trekken dansend en drinkend door de straat. De jurken en kostuums zijn met de hand gemaakt, iedereen geeft zijn eigen draai aan het uniform. Regel is dat elke Parachico zijn eigen masker uit hout snijdt. Is een Parachico vrijgezel, dan laat hij dit zien door de linten van zijn kostuum los te laten wapperen.

Even op adem komen zonder masker voor.

Drie Parachicos.

Vrouwen in hun mooiste jurken.

Processie door de straten.

Geen feest compleet zonder zelfgemaakt vuurwerk.


We lunchen op het marktplein dat is omgetoverd tot feesttent en kermis en rijden verder. Bij een tolplaats net buiten de stad staat een klein leger aan politieagenten opgesteld, helmen op, een schild in de ene hand en een gummiknuppel in de andere. Zou het feest zo uit de hand lopen dat dit nodig is?

We klimmen weer de bergen in, op naar San Cristobal de las Casas. Vlak voor de stad wordt duidelijk waarom de politie zich aan het verzamelen was. Tientallen mannen hebben de toegangsweg afgesloten en eisen geld van iedereen die de stad in wil. De sfeer is grimmig. Er wordt gedronken en sommige mannen zijn gewapend. Wij zijn flink de sjaak, we hebben geen kleingeld, dus moeten we zo’n 20 euro betalen, aan wisselgeld doen de mannen niet. Later blijkt dat het Indigenas zijn, ofwel inheemse Mexicanen die steevast gediscrimineerd worden. De regering heeft hen geld beloofd, maar is hun belofte niet nagekomen. Daarom nemen de mannen het heft in eigen hand.

In San Cristobal is het business as usual. We bezoeken de centrale markt, waar dezelfde Indigenas (vooral vrouwen) de groenten en fruit die ze in de bergen kweken verkopen. Een feest voor de zintuigen. De koopwaar ligt fraai opgestapeld, zelfs de kramen waar vleeswaren worden verkocht zien er netjes en schoon uit, dat hebben we wel eens anders gezien. De vrouwen dragen veelal klederdracht, elk dorp heeft zijn eigen dresscode. Bij de nabijgelegen Santo Domingo kerk worden handgemaakte souvenirs gekocht. Nog steeds maken de Tzotzil Maya indianen hun eigen wol, waarmee ze kleding, tassen en wandkleden maken. Wij vallen als een blok voor de wandkleden die een vrouw verkoopt.

Prachtig fruit, opgestapeld op bloempotten.

Een jong meisje met rok van schaapsvacht.

Drie dames uit een ander dorp.

Kop en worsten.

Voor het eerst hebben we een groot souvenir gekocht.

Het uitzicht over de stad vanaf de kerk San Cristobal

Chiapas is de streek waar het Zapatistisch Bevrijdingsleger is geboren.


We zijn al een goed uur onderweg de volgende dag, als we weer tegen een roadblock aan rijden. Een groep mannen heeft twee bomen gekapt die de weg versperren. Niemand mag erdoor. Zelfs niet tegen betaling. Een taxichauffeur legt uit hoe we het beste naar Palenque kunnen rijden. Terug naar de snelweg en omrijden via Comitan. Dat is balen. Het betekent vier uur extra rijden. Op een rit van vijf uur. Henk en Mathieu rijden om beurten.

Ondanks de onnodige vertraging is de rit schitterend. We rijden door kleine dorpen waar we anders nooit zouden komen. Om ons heen verandert het landschap continu. We gaan van groene bergen, naar glooiende heuvels, naar tropisch regenwoud. Vlak voor Palenque bezoeken we nog net voor zonsondergang de spectaculaire Agua Azul watervallen. De souvenirverkopers zijn hun koopwaar al aan het inpakken. De sprookjesachtige watervallen maken veel goed.

Kleine wegen, verrassende natuur.

In de zon gedroogde bonen of maĆÆs wordt in zakken gedaan.

Langzaam wordt het landschap tropischer.

Een klein deel van de Agua Azul watervallen.

Nightriders.



In het donker komen we aan in Palenque. Gelukkig vinden we makkelijk het hotel, er is zelfs een parkeerplaats voor de deur. Aan de overkant van de straat ploffen we neer voor een maaltijd. Gigantische porties kip met rijst en bier, veel bier. Wat een lange dag, thank God we made it.

Kiki en Mathieu

Volg ons op onze reis rond de wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten