Zuidereiland deel 3: Fjorden, watervallen, een reünie en een verjaardag

We worden wakker op een DOC camping net buiten Queenstown. We hebben diep geslapen vannacht, niet gek na zo’n lange en emotionele dag. We ontbijten aan de oever van het meer, waar Rie haar tent heeft opgezet. Het is voor de derde dag op rij prachtig weer.

We verlaten de camping en rijden naar het dorp Te Anau. Tijdens de rit is het stil in de auto. Kiki zet het album Traveler van countryzanger Christ Stapleton op, de perfecte soundtrack voor onze stemming en de lange weg voor ons. Onderweg ontdekken we ook dat Trump verkozen is tot president van de Verenigde Staten, welja, dat kan er ook nog wel bij.

Geen ontbijt, maar lunch bij een ander bergmeer.

In Te Anau drinken we wat op een zonovergoten terras, doen boodschappen en gaan op zoek naar een slaapplek. Langs de weg naar Milford Sound, proberen we verschillende DOC campings. De eerste staat pal aan een meer, te winderig, de tweede is niet meer dan een parkeerplaats langs de weg, te lawaaierig, de derde camping, jackpot. Een ruim tentenveld, ingeklemd tussen een bos en een bergrivier met als achtergrond een rits besneeuwde bergtoppen. Enige nadeel, het stikt hier van de sandflies. Mathieu bestrijdt de vervelende beestje met deet, Rie en Kiki dragen voor het eerst hun muggennetten, een grappig gezicht. We maken een klein kampvuur en blijven lang buiten.

Zo rond zonsondergang verdwijnen de sandflies als sneeuw voor de zon.


De volgende dag overtuigt Rie ons om naar Milford Sound te gaan. Het is een van de grootste trekpleisters van Nieuw-Zeeland en dichterbij gaan we niet meer komen. De rit naar deze wereldberoemde fjord is adembenemend mooi. We rijden door dichte bossen, over een uitgestrekte heide en worden constant getrakteerd op dramatische rotswanden en bergtoppen. Onderweg stoppen we bovendien om korte wandelingen te maken. We glibberen over natte boomwortels naar een touwbrug over een woeste rivier, die Kiki en Rie niet durven oversteken. Een tweede wandeling is makkelijker en leidt ons naar een prachtige waterval die zich uitspreidt over meerdere niveaus. Wat een landschap. Eerlijk gezegd valt Milford Sound wat tegen als we er aankomen.

Lachen man.

Familie van elkaar?

Een van de mooiste watervallen tot nu toe.

Bikkelen.

Ongelofelijk mooie bergen.

Milford Sound. OK, misschien toch best aardig.


We overnachten vlakbij Milford Sound, op de camping Gunn’s Camp. Een kampeerplaats met karren vol geschiedenis. De campsite werd gebouwd om tunnelaars te huisvesten die de tunnel naar Milford Sound bouwden. Daarna kocht de excentrieke familie Gunn de campsite en begon paardenexcursies te organiseren. In een bomvol museum naast het receptiegebouw is er van alles te zien over de begintijd van de camping. Andere tijden.

Als een speer rijden we de volgende dag terug naar Te Anau. We stoppen alleen om The Chasm te bezoeken, een verzameling ronde holtes in kalksteen die zijn uitgesleten door een grote waterval. We gaan van het pad af en volgen de waterloop om het watergeweld beter te kunnen zien. Daarna kijken we vanaf een brug diep in de verschillende holtes, een bijna buitenaards tafereel.

Een hoek uit het museum, bomvol oude spullen.

Het begin van The Chasm.

Net bot, of buitenaardse gatenkaas.

Nieuwsgierige en zeldzame Alpenpapegaai.


In Te Anau doen we vlug boodschappen, daarna rijden we door naar het dorp Manapouri. In de haven wachten we een uurtje in het gras op Mike, een kwajongen van tegen de zeventig die met zijn kleine aluminium boot mensen overzet naar het Fjordland National park. In een bijna onverstaanbaar accent vertelt hij over het park, de mooiste wandelroutes en hij voorspelt dat de hut waar we naartoe lopen waarschijnlijk leeg is. Hij heeft in ieder geval niemand overgezet die er vannacht slaapt. Fijn!

De wandeling van vandaag is zo goed als vlak. Op de enige noemenswaardige heuvel komen we een Brits gezin tegen. Zij vertellen ons dat de hut waar we naartoe lopen overvol is. Hmmm, gelukkig is er een tweede, grotere hut in de buurt. We passen onze route aan en lopen naar deze hut in de baai Hope Arm. Ook al is de wandeling vlak, we moeten toch een paar keer over omgevallen bomen klauteren. Ook steken we een rivier over door over een boomstam naar de overkant te glibberen. We zijn blij als we het strand van de baai bereiken.

Mike met wat leek op zijn scharrel van de dag. Mooie vent.

Veel bijzondere paddestoelen gespot.

Nou niet vallen hè.

Lopen op mos.


Zodra we de deur van de hut open doen, beseffen we dat we allesbehalve de hut voor onszelf hebben. Twee dames van een wandelclub uit Invercargill zitten aan tafel en bestoken ons met verhalen over dronken vissers die hier vannacht hebben huisgehouden. Het ziet er naar uit dat zij hier ook vanavond weer logeren. Zo rond etenstijd meren de eerste bootjes aan en strompelen de vissers de hut binnen. Het blijken leden van een rugbyclub te zijn, stuk voor stuk behoorlijk beschonken. Met hen overleggen over het beperkt aantal slaapplaatsen is zo goed als onmogelijk. Met de leden van de wandelclub verzinnen we een oplossing. De vissers boven in het grote stapelbed, wij wandelaars beneden. Het past net.

We dachten dat we vannacht geen oog dicht zouden doen, maar de overlast viel reuze mee. De vissers hebben vooral huisgehouden op het strand en hebben zich vannacht koest gehouden in de hut. Na een snel ontbijt wandelen we terug naar de steiger waar Mike ons oppikt. Onderweg blazen we onszelf een beetje op. Geen idee waarom we zo hard lopen. We hebben onszelf wijsgemaakt dat we de boot gaan missen, terwijl we Mike kunnen bellen als we opgehaald willen worden.

Full House.

Fris en fruitig.



Dijk heeft de afgelopen dagen contact gezocht met Rie en wil graag bijpraten. Gek genoeg kampeert hij al een dag in Manapouri, op een camping die je volgens hem moet zien. We rijden naar de camping en inderdaad, we kijken onze ogen uit. Overal staan oldtimers geparkeerd, er zijn allerlei soorten en maten hutten – het lijkt wel een tijdmachine. De camping wordt gerund door een bejaarde, maar springlevende Amerikaanse en haar twee zoons. We boeken The Doll House, een hut met twee verdiepinkjes en prachtig jaren ’70 interieur.

We slapen als koningen en merken niks van de aardbeving die 800 kilometer verderop voor veel problemen zorgt. Als we onze telefoons aanzetten, verschijnt het ene na het andere Whatsapp berichtje waarin wordt gevraagd of we ok zijn. En felicitaties, want Mathieu is vandaag jarig. Dijk en Rie hebben zelfs ons hutje versierd met ballonnen.

We doen het rustig aan vandaag. ’s Ochtends maakt Mathieu nieuwe spiritusbrandertjes en Kiki maakt nieuwe plannen voor de laatste tien dagen in Nieuw-Zeeland. ’s Middags maken we een korte wandeling en eten een ijsje aan het meer vlakbij de camping. Op de camping verbazen we ons over alle verborgen schatten die de twee zoons van de eigenaresse verzameld hebben. De stuurhut van een kotter, twee Mark 1 Land Rovers, we vinden zelfs een schuur vol arcade spellen.

The Doll House.

Lekker knutselen op mijn verjaardag.

Vijf Morris Minors op een rij.

Boomhutje.

Een deel van de verzameling pinball machines.



’s Avonds gaan we uit eten met Dijk en Rie in Te Anau. We delen vier voortreffelijke pizza’s met vooral lokale hoofdingrediënten, hert, zalm en lamsvlees. Dijk en Rie hebben besloten om de rest van hun reis met zijn tweeën te reizen en in Nederland te beslissen of ze met elkaar verder willen, dus de volgende ochtend nemen we afscheid van elkaar. Tenminste, voor nu. We spreken af elkaar sowieso te zien voordat wij naar Amerika vliegen. We skypen nog met familie, voordat we verder rijden naar Invercargill. Sinds lange tijd zijn we weer echt met zijn tweetjes.

Kiki en Mathieu

Volg ons op onze reis rond de wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten